Verbranding en ademhaling hh1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Verbranding en ademhaling

Herhalingsles

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling d.m.v. Lessonup

Zelf aan de slag met de diagnostische toets

Wat is die brandstof bij de mens?

1. Glucose
2. Zuurstof
3. Warmte
4. Beweging

Wat moet er op plek 2?

1. Water
2. Zuurstof
3. Koolstofdioxide
4. Glucose

Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kan aantonen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat gebeurt er met kalkwater als er CO2 bij komt?

1. Verdwijnt
2. Wordt troebel
3. Kleurt rood
4. Niks

Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?

strottenhoofd

bronchiën

longblaasjes

keelholte

luchtpijp

neusholte

longen

Welk gas gaat er in de longen van het bloed naar de longblaasjes?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Koolstofmonoxide
4. Stikstof

Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Koolstofmonoxide
4. Stikstof

Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__

1. 1:Koolstofdioxide 2: Zuurstof
2. 1: Zuurstof 2: Koolstofdioxide

Waar of niet waar:
Het strotklepje sluit de neusholte af als je slikt.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
Een mondademhaling is beter dan een neusademhaling.

1. Waar
2. Niet waar

Vindt er in het lichaam meer of minder verbranding plaats als je veel sport?

1. Meer
2. Minder

Hoe heet de stof in een sigaret die ervoor zorgt dat er minder zuurstof in je bloed kan worden opgenomen?

1. Teer
2. Koolstofmono-oxide
3. Nicotine
4. Rook

Hoe heet de stof in tabaksrook die verslavend werkt?

1. Teer
2. Koolstofmono-oxide
3. Nicotine
4. Rook

Welke stof is kankerverwekkend?

1. Nicotine
2. Koolstofmono-oxide
3. Teer
4. Rook

Wat is passief roken?

1. Je rookt zelf.
2. Je rookt mee met anderen.

Wat moet er op plek 1?

1. Water
2. Zuurstof
3. Koolstofdioxide
4. Glucose

Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag!

Maak: Diagnostische toets op het digitaal lesmateriaal

Waar? Thema 1, de afsluiting aanklikken.

Hoe? Eerste 10 minuten alleen in stilte, hulp vragen aan de docent. Je boek mag je er bij gebruiken.

Klaar? Laat het de docent controleren.

Welke vorm van energie komt er vrij bij een brandende kaars?

1. warmte
2. licht
3. beweging

Bij lichamelijke inspanning gaat je hart sneller kloppen, dat heeft meerdere voordelen, noem er eentje

Waar in het menselijk lichaam vindt verbranding plaats?

Als je hardloopt gaat je ademhaling langzamer dan wanneer je wandelt

1. juist
2. onjuist

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel

Luchtpijp

Bronchiën

Luchtpijptakjes

Longblaasje

was is de taak van het neusslijmvlies?

1. warm maken van binnenstromende lucht
2. vochtig maken van binnenstromende lucht
3. stofdeeltjes tegenhouden
4. ruiken

was is de taak van de neusharen?

1. warm maken van binnenstromende lucht
2. vochtig maken van binnenstromende lucht
3. stofdeeltjes tegenhouden
4. ruiken

keelholte

luchtpijp

neusholte

strottenhoofd

waar stroomt lucht vanuit de neusholte naartoe?

wat wordt door de huig afgeloten tijdens het slikken?

wat wordt door het strotklepje afgesloten tijdens het slikken

wat zit aan het begin van de luchtpijp?

welk onderdeel in de keelholte sluit de neusholte af als je slikt?

1. huig
2. strotklepje
3. tong
4. bronchie

hoe heten de kleine bloedvaten in de longen die door hun wand zuurstof en koolstofdioxode kunnen afgeven?

1. Longslagaders
2. Longaders
3. Longhaarvaten

Door welke stof in rook worden de longen van rokers zwart?

1. tabak
2. nicotine
3. smog
4. teer

groter

sterker

conditie

zuurstof

door sporten krijg je een betere...

tijdens sporten gebruik je veel...

door sporten worden je longen...

door sporten wordt je longinhoud...

Wat is smog?

1. luchtvervuiling door fijnstof
2. lucht met weinig zuurstof
3. een benauwdheidsaanval
4. bloedpropje in de longhaarvaten

De hoeveelheid koolstofdioxide
in een klaslokaal wordt de hele dag
gemeten. Op welk tijdstip zijn er de
meeste leerlingen in het lokaal?

1. tijdstip t1
2. tijdstip t2
3. tijdstip t3
4. tijdstip t4