Herhaling H1
1 / 25
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Aardkorst
Aardkern
Aardmantel
Convectiestromen
Slide 4 - Question de remorquage
Denk terug aan 1.1. Hoe komt het dat aardplaten bewegen? Gebruik in je antwoord de woorden aardkorst en mantel
timer
2:30
Slide 5 - Question ouverte
Transform
Convergent
Divergent
Subductie
Mid-oceanische rug
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Leg uit hoe het bewegen van platen kan leiden tot een aardbeving
timer
2:00
Slide 9 - Question ouverte
Hoe noem je de plek diep in de aarde waar een aardbeving ontstaat
A
Hypocentrum
B
Endocentrum
C
Epicentrum
D
subductiezone
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je de plek op de aardkorst direct boven de plek waar een aardbeving is ontstaan?
A
Hypocentrum
B
Endocentrum
C
Epicentrum
D
subductiezone
Slide 11 - Quiz
Weinig risico op aardbevingen
Weinig risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Convectiestromen
Stijgend magma
Oceanische aardkorst
Mid-oceanische rug
Subductiezone
Trog
Continentale korts
Slide 15 - Question de remorquage
Kraterpijp
Krater
Lava
(magma)kamer
Slide 16 - Question de remorquage
Leg in je eigen woorden uit hoe een vulkaan ontstaat. Gebruik in je antwoord de woorden oceanische plaat, continentale plaat, magma en lava.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Leg in je eigen woorden uit hoe een tsunami kan ontstaan
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Waarom wordt een tsunami pas gevaarlijk als hij aan land komt?
