7.2 - Populaties H4

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties

Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties

7.1 - Soorten

7.2 - Populaties

7.3 - Samen leven

7.4 - Relaties

7.5 - Voedselketens

7.1 - Soorten

Herhaling

Wat is een abiotische factor?

1. Lucht
2. Concurrentie
3. Voedsel
4. Ziekteverwekkers

Wat zijn abiotische factoren?

1. De invloeden afkomstig van de levende natuur
2. De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
3. Alle relaties tussen organismen en hun milieu
4. A en B

Wat is geen biotische factor

1. aantal rijpe bananen in het woud
2. aantal gorilla's in het woud
3. aantal chimpansees in het woud
4. de hoeveelheid regen in het woud.

De ijsbeer (Ursus maritimus) en bruine beer (Ursus arctos) behoren tot dezelfde soort

1. juist
2. onjuist

In een tropische zee leven drie krabbensoorten A, B en C. Voor krab A liggen de tolerantiegrenzen bij 18 en 40°C , voor krab B bij 22 en 41°C en voor krab C bij 20 en 34°C. In een gedeelte van een tropische zee schommelt de temperatuur tussen de 20 en 36°C.
Welke krab(ben) kan (kunnen) daar voorkomen wanneer alle overige milieufactoren gunstig zijn?

1. A
2. B
3. C

Het tweede deel van de wetenschappelijke naam is de soortnaam

1. Waar
2. Niet waar

Welke van de volgende wetenschappelijke namen is goed geschreven?

1. Agaricus bisporus
2. monstera deliciosa
3. Amoeba Proteus
4. escherichia Coli

De wetenschappelijke naam voor een soort bestaat uit een

1. familienaam en soortaanduidling
2. domeinnaam en geslachtsnaam
3. soortaanduiding en populatienaam
4. geslachtsnaam en soortaanduiding

Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties

7.1 - Soorten

7.2 - Populaties

7.3 - Samen leven

7.4 - Relaties

7.5 - Voedselketens

7.2 - Populaties

Doelen van de paragraaf

Je weet wat een populatie is en hoe je de populatiedichtheid berekent

Je kan uitleggen wat draagkracht inhoudt en wanneer sprake is van een plaag

Je kan omschrijven wat een exoot is

Je weet wat de levenscyclus inhoudt

Je weet wat een monocultuur inhoudt en wat voor- en nadelen er van zijn

Je kan benoemen hoe ongewenste populaties kunnen worden bestreden

Je kn uitleggen hoe een kloon kan ontstaan

Vragen over 7.2

Kijk wat je al/nog weet

Wat is een POPULATIE

1. Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
2. Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
3. Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
4. Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Stelling: Wanneer de populatiegrootte toeneemt, neemt automatisch ook de populatiedichtheid toe.

1. Altijd waar, omdat er nu meer dieren zijn
2. Altijd waar, omdat er nu meer dieren per m2 zijn
3. Niet altijd waar, de dieren kunnen zich ook meer verspreiden
4. Niet waar, de dichtheid heeft niets te maken met de grootte

waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?

1. de dieren zijn dood
2. voedselbronnen zijn uitgeput
3. het systeem schiet door

Een soort is een invasieve exoot als deze..

1. ..uit het buitenland komt.
2. ..uit een ander leefgebied komt en zich in het nieuwe gebied voortplant.
3. ..bestaande soorten bejaagt.
4. uit een ander leefgebied komt en zijn nieuwe ecosysteem verstoort.

Je spreekt van een plaag als..

1. de meerderheid van de mens last van een soort ervaart
2. de populatiegrootte een bepaalde grens overschrijdt
3. populatiegrootte zo is dat 't ecosysteem het niet kan dragen

Met een monocultuur heb je minder kans op een plaag

1. Juist
2. Onjuist

Bij klonen spreek je van...

1. Geslachtelijke voortplanting
2. Ongeslachtelijke voortplanting