2bbl Chapter 2

2bbl Chapter 2
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2bbl Chapter 2

Slide 1 - Diapositive

crutches
A
kruimels
B
krukken
C
keuken

Slide 2 - Quiz

to examine
A
examineren
B
vitamines maken
C
onderzoeken

Slide 3 - Quiz

to feel worse
A
zich beter voelen
B
zich zielig voelen
C
zich slechter voelen

Slide 4 - Quiz

a plaster
A
een plaatsje
B
een pleister, gips
C
een plein

Slide 5 - Quiz

X-ray
A
dia
B
röntgenfoto
C
X-film

Slide 6 - Quiz

a sore throat
A
een zorgelijke keel
B
een pijnlijke keel
C
een maagpijn

Slide 7 - Quiz

to improve
A
improviseren
B
verbeteren
C
bewijzen

Slide 8 - Quiz

sore
A
Zorro
B
ergernis
C
pijnlijk

Slide 9 - Quiz

even though
A
tof
B
toffee
C
ondanks

Slide 10 - Quiz

to mean well
A
menen
B
beter weten
C
goed bedoelen

Slide 11 - Quiz

a runny nose
A
de loopneus
B
met neus en al wegrennen
C
een loopneus

Slide 12 - Quiz

lifestyle
A
manier van leven
B
lijfstijl
C
stileren

Slide 13 - Quiz

habit
A
konijn
B
gewoonte
C
leefruimte

Slide 14 - Quiz

dairy products
A
zuivelproducten
B
producten voor diarree
C
yoghurt producten

Slide 15 - Quiz

mainly
A
gedurende
B
vooral
C
handmatig

Slide 16 - Quiz

clumsy
A
een date hebben met iemand
B
onhandig
C
datum vaststellen

Slide 17 - Quiz

muscles
A
spieren
B
bloedvaten
C
hersenen

Slide 18 - Quiz

scientist
A
scheikunde
B
wetenschapper
C
priester

Slide 19 - Quiz

to recharge
A
(her)opladen
B
overdrijven
C
zich clownesk gedragen

Slide 20 - Quiz

Past Simple

Slide 21 - Carte mentale

Yesterday I .... (go) to the supermarket.

Slide 22 - Question ouverte

She ...... (carry) the heavy luggage to the gate.

Slide 23 - Question ouverte

Past Continuous

Slide 24 - Carte mentale

He .... ........ (read) a book.

Slide 25 - Question ouverte

They ...... ........ (walk) in the park.

Slide 26 - Question ouverte

Ms. Gross ...... ....... us English grammar WHEN a bee ........ (come) into the classroom.

Slide 27 - Question ouverte

The bus ...... (drive off) while I ....... ........ (search) for my bus pass.

Slide 28 - Question ouverte

Wat weet je over
CAN? Noem er 2.

Slide 29 - Carte mentale

Wat weet je over
COULD? Noem er 3.

Slide 30 - Carte mentale

Wat weet je over
SHOULD? Noem er 2.

Slide 31 - Carte mentale