1 havo 04032025

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger
  • Phrases-clés et parler
  • Herhaling stof SO
  • Les devoirs
Doel: alvast oefenen voor toets

Slide 2 - Diapositive

Interroger
  1. nog -
  2. ik ben bang -
  3. vanavond -
  4. de toets -
  5. la note - 
  6. mauvais(e) 
  7. moi aussi 
  8. donner - 

Slide 3 - Diapositive

Phrases-clés et parler

Slide 4 - Diapositive

Tu aimes ... ?
Oui, j'aime ... 
Non, je n'aime pas ... 

Slide 5 - Diapositive

Quelle est ta matière préférée?
Ma matière préférée, c'est ... 

Slide 6 - Diapositive

Qui est ton prof de ... ?
C'est monsieur ...
C'est madame ... 


Il/elle est sévère?
...

Slide 7 - Diapositive

timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Stof op de SO

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

voorbeelden
Le monsieur est grand     de meneer is groot
Le sapin est beau         de kerstboom is mooi
Noël est une fête         Kerst is een feest
Les enfants sont malades  de kinderen zijn ziek
Les jours sont courts    de dagen zijn kort
Les cours sont ennuyeux  de lessen zijn vervelend


Slide 11 - Diapositive

Être = zijn
  • je suis                ik ben
  • tu es                  jij bent
  • il/elle/on est       hij/zij/men is
  • nous sommes   wij zijn
  • vous êtes          u bent/jullie zijn
  • ils/elles sont      zij zijn

Slide 12 - Diapositive

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 13 - Question de remorquage

Schrijf alle vormen van être op die je nog weet!

Slide 14 - Carte mentale

vous ...........

Slide 15 - Question ouverte

Marc ........

Slide 16 - Question ouverte

je .......

Slide 17 - Question ouverte

on ......

Slide 18 - Question ouverte

nous .......

Slide 19 - Question ouverte

Marc et Lisa .....

Slide 20 - Question ouverte

ETRE: wij zijn
A
nous avons
B
nous sommes
C
nous sont
D
nous ont

Slide 21 - Quiz

Kloktijden

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Il est midi
A
Het is middag
B
Het is 12 uur 's middags
C
Het is tijd
D
Het is 12 uur 's nachts

Slide 24 - Quiz

Il est huit heures et quart
A
Het is 8 uur
B
Het is half 8
C
Het is kwart over 8
D
Het is kwart voor 8

Slide 25 - Quiz

Il est trois heures moins le quart
A
Het is half 3
B
Het is kwart voor drie
C
Het is kwart over 3
D
Het is half 4

Slide 26 - Quiz

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est sept heures et demie

Slide 27 - Question ouverte

Il est cinq heures et demie
A
Het is half 5
B
Het is 5 uur
C
Het is kwart over 5
D
Het is half 6

Slide 28 - Quiz

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est trois heures et quart

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est dix heures moins le quart

Slide 30 - Question ouverte

Les devoirs
Lundi 10 marz

Leer alvast voor de SO zodat je vragen kunt stellen.


Slide 31 - Diapositive