Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Economie
6.4 Hoe dragen we ons steentje bij?
4 VMBO KB
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Ik weet hoe de Nederlandse overheid ontwikkelingslanden steunt.
Ik weet waarom bedrijven investeren in arme landen.
Ik weet hoe fairtrade ontwikkelingslanden helpt.
Slide 2 - Diapositive
Programma
Begrippen checken 6.3 + 6.4
Quiz vragen over 6.4
Checken leerdoelen.
Slide 3 - Diapositive
Begrippen hoofdstuk 6.2, 6.3, 6.4
Monocultuur
Gebonden hulp
Microkrediet
Noodhulp
Ontwikkelingssamenwerking
Structurele hulp
Fairtrade
Slide 4 - Diapositive
Leg uit waarom het opbouwen van onderwijs in een ontwikkelingsland structurele hulp is.
Slide 5 - Question ouverte
Nederland verplicht Zimbabwe wel om de grondstoffen voor de bouw van de scholen bij een Nederlandse groothandel te bestellen. We noemen deze vorm van hulp...
A
Gebonden hulp
B
Ongebonden hulp
Slide 6 - Quiz
Ontwikkelingssamenwerking
- Welvaart in ontwikkelingslanden duurzaam vergroten.
- Doelstelling VN 0,7% van het nationaal inkomen.
- Nederlandse bedrijven krijgen subsidie als ze ontwikkelingslanden helpen.
Slide 7 - Diapositive
Van eerlijke handel is volgens Max Havelaar pas sprake als er een vaste minimumprijs wordt vastgesteld. Wie hebben voordeel van een minimumprijs: de cacaoboeren of de consumenten? Geef een argument voor je keuze.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is microkrediet?
Slide 9 - Question ouverte
Wat betekend het begrip: monocultuur?
Slide 10 - Question ouverte
Het inkomen per hoofd van de bevolking is in Estland hoger dan in Polen. Dat betekent volgens Tim dat de welvaart in Estland hoger is. Maar Femke zegt dat er meer informatie nodig is om de welvaart goed te kunnen meten. Noem twee voorbeelden van de informatie die Femke kan bedoelen.
Slide 11 - Question ouverte
Tanzania leent 800 Miljoen. Rente: 2,5%. Eerste jaar maakt T 40 miljoen over. Hoeveel rente en aflossing?
Slide 12 - Question ouverte
Aber sluit een microkrediet af. Ze leent €60. Ze lost €1,25 per week af en betaalt €0,20 rente. Kredietkosten?
Slide 13 - Question ouverte
Je houdt een grotere buffervoorraad aan. Aanbod van katoen op wereldmarkt...
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 14 - Quiz
Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van 6.4.
Werk aan de oefenopgaven of oefen op www.eindexamensite.nl