Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Feiten, meningen,argumenten
Feiten, meningen en argumenten.
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Feiten, meningen en argumenten.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Feit / mening
- Een feit kan je controleren en vaststellen.
- Voor een goede mening maak je gebruik van argumenten
en
feiten.
'Alle dikke mensen zijn gezellig'
Is dit een goede mening?
Slide 3 - Diapositive
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Economie is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 4 - Quiz
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 5 - Quiz
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie
Slide 6 - Quiz
Feit, mening of argument?
Als je te laat bent, dan moet je je melden.
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u
Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
Omdat hij goede standpunten heeft.
Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.
Slide 7 - Diapositive
Feit:
Mening :
vind, volgens mij
Argument:
Want, omdat
Slide 8 - Diapositive
Feiten en meningen
Feit: werkelijk of echt gebeurd.
Mening: wat een persoon ergens van vindt
Andere woorden voor mening: standpunt, oordeel, opinie en opvatting.
Slide 9 - Diapositive
Wat is een feit?
A
een feit is altijd waar
B
een feit is altijd onwaar
C
een feit is waar of onwaar en je kunt het controleren
D
een feit is waar of onwaar, maar je kunt het niet controleren
Slide 10 - Quiz
Wat is een mening of standpunt?
A
iets wat je goed vindt, je bent het ermee eens
B
iets wat je vindt, je kunt het eens of oneens zijn
C
iets wat je niet goed vindt, je bent het er niet mee eens
D
iets wat waar is, je kunt het controleren
Slide 11 - Quiz
Wat geef je aan in een argument?
A
waarom je het met iets eens bent
B
hoe je iets kunt controleren
C
waarom je iets vindt
D
waarom je het met iets oneens bent
Slide 12 - Quiz
Geef een feit
Slide 13 - Question ouverte
Geef een mening (denk aan signaalwoorden)
Slide 14 - Question ouverte
Geef een argument (denk aan de signaalwoorden)
Slide 15 - Question ouverte
Maken opdracht
1 +2
Klaar? Opdr. 3
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Mening, argument en feit zonder mob
Décembre 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Feiten, meningen,argumenten
Octobre 2017
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Feiten, meningen,argumenten
Mars 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Feiten, meningen,argumenten
Décembre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Mening, argument en feit
Avril 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Mening, argument en conclusie
Février 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Feiten, meningen,argumenten
Mars 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Feiten, meningen en argumenten
Janvier 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2