8.2 Sociale kwestie

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

1
2
3
4
5
Urbanisatie 
Sociale 
Kwestie
Industriële 
Revolutie
Demografische revolutie 
Agrarische revolutie 

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is het begrip?  
  1.  19e eeuw
  2. Mechanisatie
  3. Urbanisatie
  4. Industriële revolutie

  • Industriële samenleving = een samenleving waarin de meerderheid van de bevolking in de fabriek werkt 

Slide 5 - Diapositive

17e eeuw 
Factorijen
VOC
Nationalisme
Vooral voor de macht
Vooral voor de handel
Afzetmarkt
Hele gebied innemen
Kolonialisme 
 Modern imperialisme 
Industriële revolutie
19e eeuw 
Conferentie van Berlijn 
WIC

Slide 6 - Question de remorquage

Leg aan de hand van de bron uit wat de White Men’s burden is.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Programma 
  1. Terugblikvraag 
  2. Vragen maken (10 min.)
  3. Vragen bespreken (15 min.)  

Slide 13 - Diapositive

Geef minstens drie voorbeelden van de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders in de fabrieken.

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit waarom het voor arbeiders zo moeilijk was om zich te verzetten tegen deze omstandigheden.

Slide 15 - Question ouverte

Wat was vrijwel de enige manier voor arbeiders om zich wel te verzetten tegen de omstandigheden in de fabrieken?

A
Door zich te verenigen in vakbonden
B
Door in opstand te komen
C
Door vragen te stellen aan de overheid
D
Door te staken.

Slide 16 - Quiz

In de samenleving ontstond een discussie over de problemen van de arbeiders en hoe deze moesten worden opgelost. Hoe noemen we deze discussie?
A
Emancipatie
B
Socialisme
C
Sociale kwestie
D
Urbanisatie

Slide 17 - Quiz

Waarom maakte niet alleen de arbeiders, maar ook de midden en hogere klassen van de samenleving zich zorgen over de leefomstandigheden van arbeiders?

Slide 18 - Question ouverte

Welke stromingen zetten zich in voor de emancipatie (gelijke behandeling) van arbeiders?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Politieke stroming die via parlement en democratie sociale ongelijkheid wil bestrijden en omstandigheden van arbeiders wil verbeteren. 
Sociale groep (arbeiders) die alleen in haar levensonderhoud kan voorzien door te werken voor de bovenklassen 
Politieke stroming geïnspireerd door Marx die door een revolutie de productiemiddelen in handen van de gehele samenleving wil krijgen 
De bovenklassen/welgestelde burgers: bijv. fabriekseigenaren. Zij profiteren van het werk van de arbeiders. 
communisme

Sociaaldemocraten 
Bourgeoisie 
Proletariaat 

Slide 21 - Question de remorquage

Geef zo een overeenkomst en een verschil tussen het communisme en de sociaaldemocratie. Bedenk of er in Nederland politieke partijen bestaan die bij een van de twee aansluiten.

Slide 22 - Question ouverte

Leg het verband uit tussen de verlichting en de opkomst van de volgende politieke stromingen:
1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Feminisme

Slide 23 - Question ouverte

Waarom is de opkomst van het socialisme en de gevolgen daarvan een voorbeeld van democratisering?

Slide 24 - Question ouverte

Leerdoelen 
1. Je kunt de levensomstandigheden van arbeiders beschrijven en verklaren 
2. Je begrijpt waarom de midden- en hogere klassen zich zorgen maakten over de sociale kwestie en je kunt uitleggen welke rol de overheid hierin ging spelen
3. Je weet welke groepen zich inzetten voor de emancipatie van arbeiders en hoe zij dit deden 
4. Je begrijpt de theorie van Marx en de je kunt uitleggen in welk opzicht sociaaldemocraten afwijken van zijn ideeën  

Slide 25 - Diapositive