Paragraaf 1.2: Werken en wonen

Wat is een voorbeeld van een klassiek grondrecht?
A
Recht op betaalde vakantiedagen
B
Recht op gratis gezondheidszorg
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Recht op snel internet
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is een voorbeeld van een klassiek grondrecht?
A
Recht op betaalde vakantiedagen
B
Recht op gratis gezondheidszorg
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Recht op snel internet

Slide 1 - Quiz

Welk recht gebruikte het parlement om ministers te dwingen af te treden tijdens de Luxemburgse kwestie?
A
Recht van budget
B
Recht van amendement
C
Recht van interpellatie
D
Recht van initiatief

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel van de coalitie in de politiek?
A
Het voeren van oppositie
B
Het controleren van de regering
C
Streven naar politieke verandering
D
Samen regeren en beleid vormgeven

Slide 3 - Quiz

Welk orgaan vertegenwoordigt de uitvoerende macht in het Nederlandse bestuur?
A
De regering
B
De Eerste Kamer
C
De Tweede Kamer
D
Het Hooggerechtshof

Slide 4 - Quiz

Paragraaf 1.2: Werken en wonen
Door de industrialisatie verandert de samenleving radicaal. Arbeiders gaan werken in de fabrieken en wonen in steden, waar ze vaak worden geconfronteerd met slechte werk- en leefomstandigheden. Er komt een steeds groter maatschappelijk debat op gang of de overheid voor sociale wetten moet zorgen om de arbeiders beter te beschermen. 

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen 1.2
1.2A: Je kunt uitleggen welke gevolgen de industrialisatie had voor Nederland.
1.2B: Je kunt het verband uitleggen tussen de industrialisatie en de opkomst van het communisme en het socialisme.
1.2C: Je kunt beschrijven welke gevolgen de opkomst van de industrie had voor arbeiders.
1.2D: Je kunt uitleggen wat de onvrede van de arbeiders te maken heeft met het ontstaan van sociale wetten.

Slide 6 - Diapositive

Industrialisatie
  • Ontstaan fabrieken bij steden = industrialisatie
  • Machine bepaalt het werkritme
  • Arbeiders: zwaar werk, lange dagen, weinig geld.
  • Hoge werkloosheid, weinig keus
  • Leef- en werkomstandigheden veel Nederlanders achteruit!
1.2A/C

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Verandering via ..
  • Vakbonden: Vereniging van werknemers met als doel hoger salaris/minder zwaar werk
  • Communisme: Macht bij arbeiders, gelijk bezit via revolutie.
  • Parlement: Via wetgeving wilden sociaaldemocraten rijke mensen meer belasting laten betalen, zodat arme mensen profiteren = Socialisme.
  • Troelstra: Algemeen Kiesrecht
1.2B

Slide 9 - Diapositive

Communisme

  • Grondlegger Karl Marx
  • Verandering via revolutie, desnoods met geweld
  • Afschaffen particulier bezit
  • Macht bij de arbeiders
  • Iedereen gelijk

Socialisme

  • Verandering via het parlement door algemeen kiesrecht en sociale wetgeving
  • Rijke mensen moeten meer belasting betalen voor voorzieningen voor iedereen
  • Macht bij het parlement
  • Zoveel mogelijk gelijkheid is het ideaal
1.2B

Slide 10 - Diapositive

Pieter Jelles Troelstra
  • Oprichter Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP)
  • Betere leefomstandigheden arbeiders
  • Twintig jaar in de Tweede Kamer
  • Vergissing van Troelstra
1.2A

Slide 11 - Diapositive

Sociale wetten
  • Armoede wordt groot probleem, maatschappelijke discussie = Sociale kwestie
  • Wetgeving om armoede te bestrijden en levens-omstandigheden te verbeteren
  • Armenwet, wet tegen kinderarbeid, leerplichtwet, woningwet, etc.
1.2D

Slide 12 - Diapositive

De slechte leef- en werkomstandigheden zorgden voor verschillende maatschappelijke problemen. Probeer er twee te bedenken.

Slide 13 - Question ouverte

Leg uit dat fabriekseigenaren misbruik maakten van hun machtspositie.

Slide 14 - Question ouverte

Er bleek uiteindelijk dat er een grotere groep was die de sociaaldemocraten steunde, dan de groep die de communisten steunde. Hoe komt dit, denk je?

Slide 15 - Question ouverte

Stelling: De Sociale Kwestie is tegenwoordig helemaal opgelost, omdat er geen armoede meer is in Nederland.
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens

Slide 16 - Sondage

Aan de slag!
  • Invullen leerdoelen 
  • Maken opdrachten op laptop

  • Afsluiten met controlevragen

Slide 17 - Diapositive

Wat is de sociale kwestie?
A
Een culturele kwestie die te maken heeft met tradities.
B
Een economische crisis die werkloosheid veroorzaakt.
C
Een politiek conflict tussen partijen.
D
Een maatschappelijk probleem dat armoede en ongelijkheid aanpakt.

Slide 18 - Quiz

Wat was een belangrijke reden voor onvrede onder arbeiders die geleid heeft tot het ontstaan van de sociale kwestie?
A
Goede werkomgeving
B
Veel vrije tijd
C
Te hoge lonen
D
Slechte arbeidsomstandigheden

Slide 19 - Quiz

Welke politieke groep was van mening dat de markt de sociale kwestie op zou moeten lossen?
A
Conservatieven
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen

Slide 20 - Quiz