MH 2 Toets Kapitel 1 Leerstof en voorbeelden

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

MH2 - Toets Kapitel 1  

voorbeelden

Leerstof  Kapitel 1 toetsweek 1

- Leren: Kapitel toetsweek 1, DE LEERSTOF:

Lernbox blz. 48 t/m 51 (Redemittel L3 en L6: 2x 10 geselecteerde zinnen)

alle aantekeningen + Gr. A,B,C,D,F,G,H

Lektion 1: oef. 7 t/m 12

Lektion 2: oef. 1-10-11

Lektion 3: -

Vervolg leerstof Kapitel 1 TW1

-Lektion 4: oef. 2 + 7 t/m 13

Lektion 5: oef. 1-2-10-11

Lektion 6: oef. 5 

Lesen

Tekst met vragen

Woordenboek niet toegestaan

Mk-vragen en open vragen (moet je in het Nederlands beantwoorden!)

Max. 10 punten

WORTSCHATZ - A1

- woordjes DU-NE

- vertaal het dikgedrukte woord in de zin

- max. 4 punten

Bv. (Ohne) Empfang kannst du nicht Radio hören.

Ich gehe (täglich) joggen.

WORTSCHATZ A-2

- woordjes DU-NE

- juiste woord in de zin plaatsen

-één of meer woorden blijven over

- max. 4 punten

später - leider - etwas
1. Meine Hausaufgaben mache ich ....... .
2.Hast du ....... gekauft?

WORTSCHATZ - B1

Woordjes NE-DU

Vertaal wat tussen haakjes staat

Bv. Ist das dein (vader)?

= Vater

Max. 4 pt

Meine (moeder) kann gut kochen!

Im (december) ist Weihnachten (=Kerstmis).

WORTSCHATZ - B2

- woordjes NE-DU

- welk Duits woord past bij de omschrijving?

- max. 4 punten

Dieser Monat kommt vor September.

Dieser Monat hat 28 oder 29 Tage.

REDEMITTEL - C1 en C2

Vertaal de zinnen

max. 16 punten

Heb je broers en zussen?

Marie komt nooit te laat.

GRAMMATIK - D

werkwoorden

max. 5 punten

wohnen Ich ..... in den Niederlanden.

wohnen Wo ..... du?

GRAMMATIK - E

persoonlijk voornaamwoord

max. 4 punten

Wohnt (hij) in Deutschland?

Das glauben (wij) auch.

Kommt (jullie) mit dem Bus?

GRAMMATIK - F

- haben 

- sein 

bv. zijn        Ich ..... 14 Jahre alt. = bin

Max. 5 punten

hebben Meine Schwester ..... ein neues Handy.

zijn Wir ...... da auch gewesen.

GRAMMATIK - G

De getallen

Bv. Die Gruppe besteht aus 16 Personen.

16 = sechzehn

Max. 5 pt

Unsere Gruppe besteht aus (17) Personen.

Hier gibt es (22) Schüler in der Klasse.

GRAMMATIK - H

Vertaal     een,  geen,  en de bezittelijke voornaamwoorden

bv. der Bruder   Das ist (haar) Bruder.   = ihr

bv. die Schwester      Ich treffe (zijn) Schwester.    =  seine

Max. 5 punten

der Freund Er ist (geen) Freund von mir.

das Kind Das ist (een) Kind.

das Auto Das ist (zijn) Auto.

das Auto Das ist (onze) Auto.

GRAMMATIK - I

rangtelwoorden!

bv. Das ist das 2. Mal, dass ich gewinne. = zweite

max. 5 punten

TOTAAL TE BEHALEN: 71 PUNTEN

Sie ist die 19. Kandidatin.

Sie ist die 40. Kandidatin.