V4 - KAPITEL 1 - TOETSWEEK 1 - LEERSTOF EN VOORBEELDEN

V4 - KAPITEL 1 - TW 1
LEERSTOF EN VOORBEELDEN
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V4 - KAPITEL 1 - TW 1
LEERSTOF EN VOORBEELDEN

Slide 1 - Diapositive

LEERSTOF 
- Lernbox Lektion 1  t/m 7
- alle aantekeningen
- Lektion 1: Grammatik A + oef. 9
- Lektion 2: Grammatik B + C + oef. 16-18
- Lektion 3: -

Slide 2 - Diapositive

LEERSTOF
- Lektion 4: Grammatik D + oef. 34-35-36
- Lektion 5: Grammatik E + oef. 42-43
- Lektion 6: -
- Lektion 7: -

Slide 3 - Diapositive

WORTSCHATZ - A
- woordjes DU-NE
- Vertaal het dikgedrukte woord in de zin.
- max. 10 punten 

Slide 4 - Diapositive

Diese Berühmtheiten GESTEHEN, dass sie nicht glücklich sind.

Slide 5 - Question ouverte

Keine Ahnung wie sei es SCHAFFEN werden.

Slide 6 - Question ouverte

Wir können STATTDESSEN ins Kino gehen.

Slide 7 - Question ouverte

Warum rufst du mich STÄNDIG an?

Slide 8 - Question ouverte

WORTSCHATZ - B
- woordjes NE-DU
- juiste woord in de juiste zin plaatsen in het Duits
-één of meer woorden blijven over
- max. 5 punten

Slide 9 - Diapositive

teleurgesteld - uitbundig - uniek
1. Wir haben das Spiel verloren, ich bin .....
2. Nur sie kann das, sie ist .........

Slide 10 - Question ouverte

REDEMITTEL - C
- vertaal de zinnen
- max. 22 punten

Slide 11 - Diapositive

Ik ben ongelooflijk kwaad.

Slide 12 - Question ouverte

Mijn ouders zijn mijn voorbeeld.

Slide 13 - Question ouverte

Bent u het ermee eens?

Slide 14 - Question ouverte

's morgens drink ik altijd een kopje thee.

Slide 15 - Question ouverte

GRAMMATIK - D
- haben - sein - werden
- vul de juiste werkwoordsvorm in in de zin
- uit de zin blijkt in welke tijd het werkwoord staat
- max. 8 punten

Slide 16 - Diapositive

Gestern ...... er nicht im Unterricht.

Slide 17 - Question ouverte

Jetzt ....... er einen riesigen Durst!

Slide 18 - Question ouverte

Es .......... morgen schlechtes Wetter.

Slide 19 - Question ouverte

GRAMMATIK - E
- zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd
- vul de juiste vorm in in de zin
- de werkwoorden staan in het Duits in de kantlijn
- max. 9 punten

Slide 20 - Diapositive

heiraten Warum ......... ihr erst am 15. Dezember?

Slide 21 - Question ouverte

reden Du ....... doch sowieso die ganze Zeit!

Slide 22 - Question ouverte

atmen Ich ..... immer ruhig.

Slide 23 - Question ouverte

rutschen Achtung! Sonst ...... du noch aus!

Slide 24 - Question ouverte

GRAMMATIK - F
- vraagwoorden
- vul het juiste vraagwoord in
- max. 6 punten

Slide 25 - Diapositive

......... heißt du?

Slide 26 - Question ouverte

Ich fahre nach Belgien. ......... fährst du?

Slide 27 - Question ouverte

GRAMMATIK - G
- meervoud zelfstandige naamwoorden
- schrijf het juiste meervoud op met het lidwoord ervoor
- bv.  die Frau - .......
- = die Frauen
max. 5 punten

Slide 28 - Diapositive

der Sohn meervoud = ........

Slide 29 - Question ouverte

das Tier meervoud = .....

Slide 30 - Question ouverte

die Ärztin meervoud = .....

Slide 31 - Question ouverte

GRAMMATIK - H
- persoonlijk voornaamwoord in 1e, 3e, 4e naamval
- schrijf de juiste vorm van het persoonlijk vnw op
- max 15 punten

Slide 32 - Diapositive

Was ist aus (haar) geworden?

Slide 33 - Question ouverte

Der Chef dankt (u) mit warmen Worten.

Slide 34 - Question ouverte

Warum rufst du (mij) an?

Slide 35 - Question ouverte

LESEN
Tekst met vragen
Woordenboek niet toegestaan
Woorden met * zijn onderaan de tekst vertaald
Mk-vragen, open vraag (moet je in het Nederlands beantwoorden!), richtig/falsch-vraag
Max. 10 pt

Slide 36 - Diapositive

LESEN
- Bij open vragen kan er bijstaan: NIET vertalen, maar uitleggen.
- bv. Es regnet Bindfäden.
= letterlijk: Het regent touwtjes
- betekenis is: Het regent heel hard (pijpenstelen)
- max. 10 punten, TOTAAL max. 100 punten

Slide 37 - Diapositive