Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Ga rustig zitten.
Pak alvast je boek, pen en rekenmachine
Slide 1 - Diapositive
6e uur
- afmaken paragraaf 3.3
- examenvragen
- uitleg van de rekentrainer
7e uur
- Zelfstandig werken rekentrainer
- herhalen Hoofdstuk 2
Slide 2 - Diapositive
Afmaken 3.3
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Maxine verloor haar baan tijdens de economische crisis. Haar bedrijf
Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst door de juiste woorden te kiezen.
De werkloosheid van Maxine was een gevolg van te weinig …(1)… (aanbod van / vraag naar) producten en wordt …(2)… (conjuncturele / structurele) werkloosheid genoemd. Als werkzoekende behoort Maxine tot de …(3)… (aanbieders / vragers) op de arbeidsmarkt. 1p 2 Gelukkig krijgt Maxine hulp bij het zoeken naar een baan.
Slide 4 - Question ouverte
Gelukkig krijgt Maxine hulp bij het zoeken naar een baan. Welke instantie bemiddelt in Nederland tussen vragers naar en aanbieders van werk?
A
CBS-werkbedrijf
B
FTE-werkbedrijf
C
NIBUD-werkbedrijf
D
UWV-werkbedrijf
Slide 5 - Quiz
Voor Beter Fiets heeft een arbeidscontract met vaste uren financiële nadelen vergeleken met een contract met variabele uren. Noem een financieel nadeel voor Beter Fiets van een arbeidscontract met vaste uren vergeleken met een arbeidscontract met variabele uren.
Slide 6 - Question ouverte
Volgens de vakbonden zijn er ook belangrijke financiële nadelen verbonden aan tijdelijke arbeidscontracten voor werknemers. Noem een financieel nadeel van tijdelijke arbeidscontracten voor werknemers.
Slide 7 - Question ouverte
intreders en uittreders
Intreders zijn mensen die weer aan het werk gaan
het aanbod van werk stijgt
Uittreders zijn mensen die niet meer werken
het aanbod van werk daalt
Slide 8 - Diapositive
Rekenen met in- en uittreders
formule:
intreders - uittreders = verandering in aanbod (+ of -)
Schrijf dit op
Slide 9 - Diapositive
Nieuwe banen/ verdwenen banen
Nieuwe banen, zijn banen die erbij komen
vraag naar werk stijgt
Verdwenen banen, zijn banen die verdwijnen en niet terug komen
vraag naar werk daalt.
Slide 10 - Diapositive
Rekenen met vraag naar arbeid
Formule:
nieuwe banen - verdwenen banen = verandering in vraag (+ of -)
Schrijf dit op
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag
Rekentrainer bladzijde 107
timer
7:00
Slide 12 - Diapositive
Werkloosheidspercentage
Eerst moet je een aantal begrippen weten:
Beroepsbevolking
Werkloze werkzoekenden
Slide 13 - Diapositive
Beroepsbevolking
je bent tussen de 15 en 75 jaar en op zoek naar een baan óf je hebt een baan.