§3.1

3.1 
Begrippen:
  • Aanbod van arbeid                        krappe/ ruime arbeidsmarkt
  • Vraag naar arbeid               
  • Beroepsbevolking
  • Vacatures
  • Werkgelegenheid
  • Arbeidsjaren
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.1 
Begrippen:
  • Aanbod van arbeid                        krappe/ ruime arbeidsmarkt
  • Vraag naar arbeid               
  • Beroepsbevolking
  • Vacatures
  • Werkgelegenheid
  • Arbeidsjaren

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Werkgelegenheid
de vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid bestaat bij uit alle banen bij bedrijven en overheid.

Slide 3 - Diapositive

Werklozen
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 4 - Diapositive

Vraag en aanbood arbeidsmarkt

Slide 5 - Diapositive

Vacatures en solliciteren
Bedrijven plaatsen vacatures --> ze laten weten dat ze mensen zoeken

Jij kan reageren op die vacatures door een brief te schrijven: Dit heet solliciteren --> jij laat weten geïnteresseerd te zijn in de vacature

Slide 6 - Diapositive

Krappe arbeidsmarkt
(Meer vraag dan aanbod)
Ruime arbeidsmarkt
(meer aanbod dan vraag)

Slide 7 - Diapositive

Arbeidsjaren
1 arbeidsjaar = 1 voltijd baan
1 arbeidsjaar = 2 deeltijd banen

Met een arbeidsjaar kun je de werkgelegenheid meten

Slide 8 - Diapositive

Rekenen met aanbod van arbeid
aanbod van arbeid = aantal intreders - aantal uittreders

Er zijn 800.000 intreders en 200.000 uittreders, wat is het aanbod van arbeid?

Slide 9 - Diapositive

Een land heeft een beroepsbevolking van 10 miljoen mensen. Er zijn 500.000 werklozen. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkloos? (teken een tabel!)

Slide 10 - Question ouverte

Waar kun je geen vacatures vinden?
A
In kranten en tijdschriften
B
In het NOS- journaal
C
Op internet
D
In de etalages bij uitzendkantoren

Slide 11 - Quiz

Voor wie is een krappe arbeidsmarkt voordelig?
A
Werkgever
B
Werkzoekende
C
Niemand
D
Belastingdienst

Slide 12 - Quiz

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 13 - Quiz

Bij een ruime arbeidsmarkt is er sprake van:
A
hogere lonen
B
meer werkloosheid
C
veel vraag en weinig aanbod van arbeid

Slide 14 - Quiz

1 arbeidsjaar is gelijk aan
A
2 deeltijdbanen
B
een fulltime baan
C
48 weken van 40 uur
D
een baan in een fabriek

Slide 15 - Quiz

Als er veel vacatures zijn, is er veel werkgelegenheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Aanbod van arbeid is ......
A
de werknemers
B
de werkgevers

Slide 17 - Quiz