Herhaling Stof Havo 2

Herhaling Stof Havo 2
Herzlich Willkommen zurück!

6. Januar 2025

Mevr. Goessens
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling Stof Havo 2
Herzlich Willkommen zurück!

6. Januar 2025

Mevr. Goessens

Slide 1 - Diapositive

Instructie voor bij de oefeningen
Schrijf alleen een hoofdletter als dat echt moet, dus niet elk woord beginnen met een hoofdletter!

Hoofdletter enkel bij zelfstandige naamwoorden en aan het begin van een zin!

Slide 2 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'reisen' in:
Ich ________ gern nach Deutschland.

Slide 3 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'tanzen' in:
Er _______ jeden Freitag in der Disko.

Slide 4 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord van 'spielen' in:
Wir haben gestern Fußball ________.

Slide 5 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord van 'machen' in:
Sie hat das Abendessen __________.

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal het getal '66' naar het Duits en vul in:
Er hat _______________ Bücher gelesen.

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal 'zevende' naar het Duits en vul in:
Heute ist der ___________ Tag des Monats.

Slide 8 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in:
_____ Tisch (m) ist groß und rund.

Slide 9 - Question ouverte

Vul het juiste lidwoord in:
______ Mädchen ist sehr beliebt.

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal 'waarvandaan' en vul in:
_________ kommst du?

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal 'waarom' en vul in:
_________ bist du traurig?

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal 'hoe' en vul in:
_________ geht es dir?

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal 'wat' en vul in:
_________ machst du?

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal 'oom' naar het Duits en vul in:
Mein ______ wohnt in Berlin.

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal 'moeder' naar het Duits en vul in:
Meine ______ ist Lehrerin.

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal 'januari' naar het Duits en vul in:
_______ ist der erste Monat des Jahres.

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal 'augustus' naar het Duits en vul in:
_______ ist der achte Monat des Jahres.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal onderstaande zin.
Ik heb een grote familie.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal onderstaande zin.
Mijn zus is niet sportief.

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal onderstaande zin.
We vieren het feest bij mij thuis.

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal onderstaande zin.
Mijn broer en zus komen vaak op bezoek.

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal onderstaande zin.
Het feest is op 12 juni.

Slide 23 - Question ouverte