H2 Herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom

Hoofdstuk 2 

Herhaling paragraaf 2.1 en 2.2

Wat gaan we deze les doen?

• 
  
• Terugblik
• Doelen van deze les
• Zelfstandig werken
• Verlengde instructie
• Afsluiting / vooruitblik

- formule

- tabel

- grafiek

- begingetal

- stijggetal

- daalgetal 

- getal onder de hand

- inklemmen

Wat weten we al?

Pak voor je:

- werkboek

 - potlood of pen

- rekenmachine

- geodriehoek

Herhaling H2

Deze les is een herhaling van alle stof die je de afgelopen lessen hebt gehad. Als je weet hoe je de vragen in deze les moet oplossen, dan ben je al goed bezig. Lukt dit niet, dan zul je extra moeten oefenen

Welke afstand moet Marcel nog lopen na 1 uur volgens deze formule:
afstand in km = 42 - 10 x de tijd in uren

1. 42
2. 52
3. 32
4. 38

afstand in km = 42-10 x tijd in uren
Vul de tabel in:
bijv. 0=... , 2=...

afstand in km = 42 - 10 x de tijd in uren
Marcel moet nog 17 km lopen, hoeveel uur moet hij nog lopen?

1. 2,5 uur
2. 3 uur
3. 2 uur
4. 1,5 uur

Formule:
Maud: inkomsten in € = 9 + 5 x de tijd in uren
Vul de tabel in. 0=... , 4=...

Formule:
Tom: inkomsten in € = 3 + 6 x tijd in uren
Vul de tabel in:

Formule:
Tom: inkomsten in € = 3 + 6 x tijd in uren
Maud: inkomsten in € = 9 + 5 x tijd in uren
Wie verdient er meer na 3 uur werken? Hoeveel meer?

Los de volgende vergelijking op met inklemmen
2,00 + 5 x prijs per schrift = 14,50

Aan de slag met

Herhaling 2.1 en 2.2

blz. 114 en 115

Eerste 8 minuten in STILTE werken

Donderdag SO 2.1 en 2.2 

Leren: samenvatting blz. 107

Neem mee:

potlood, pen, geodriehoek en rekenmachine 

Bij een woordformule opstellen staat op de tweede plek ...........

1. 'Staat bij de verticale as'
2. Stijg-/daalgetal
3. Begingetal
4. 'Staat bij horizontale as'

Bij een woordformule opstellen start ik met ...........

1. 'Staat bij de verticale as'
2. Stijg-/daalgetal
3. Begingetal
4. 'Staat bij horizontale as'

Bij een woordformule opstellen staat op de derde plek ...........

1. 'Staat bij de verticale as'
2. Stijg-/daalgetal
3. Begingetal
4. 'Staat bij horizontale as'

Bij een woordformule opstellen staat op de vierde plek ...........

1. 'Staat bij de verticale as'
2. Stijg-/daalgetal
3. Begingetal
4. 'Staat bij horizontale as'

Maak de woordformule bij de grafiek.