Herhalen 4.4 en de verdieping in

Welkom
Log in met je eigen naam en wil het niet goed lukken geef het aan in de chat.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Log in met je eigen naam en wil het niet goed lukken geef het aan in de chat.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Korte herhaling van 4.4
korte uitleg 4.6
Quiz vragen in deze lessonup
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Rangorde
Rangorde komt voor bij sociale organismen.
Dominant dier = de baas van die groep
Onderdanig dier = niet de baas in die groep

Er is een verdeling over alle dieren, waarbij er 1 het allerdominanst is, en 1 het aller onderdanigst

Slide 3 - Diapositive

De baas in de groep
Het dominante dier is de baas over de onderdanige dieren in de groep.

Rangorde: een groep met dominante en onderdanige dieren, waar iedereen zijn plek kent.

Een rangorde brengt rust in de groep, de regels zijn duidelijk. 

Bij hennen heet de rangorde: pikorde.

Dominant
Dominant
Onderdanig gedrag

Slide 4 - Diapositive

Ruzie zonder vechten = imponeergedrag

Dreigen is het gedrag dat dieren vertonen als ze agressief en bang tegelijk zijn.

Bij dreigen bepaal je wie de sterkste is, zonder te vechten.

Dreigen kan leiden tot overspronggedrag.
Een dier vertoont dan gedrag dat op dat moment niet past.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Mannetjespanda’s gaan soms op hun voorpoten staan om te plassen, zodat de urine met geurstoffen op een hoge plek terechtkomt. Ze brengen zo een geurvlag aan.
Hoe wordt een gebied genoemd dat met zulke geurvlaggen wordt aangegeven?
A
Balts
B
Kolonie
C
Rangorde
D
Territorium

Slide 8 - Quiz

... is gedrag waarmee dieren een partner lokken en versieren.
A
Dreiggedrag
B
Omgericht gedrag
C
intimideren
D
Baltsgedrag

Slide 9 - Quiz

Een kolibri (vogel) kan op verschillende manieren laten zien dat een stukje grond zijn territorium is. Noem twee mogelijk manieren (2 antwoorden kiezen)
A
Zingen
B
Slapen
C
Dreigen
D
Eten

Slide 10 - Quiz

Er ligt een weg naast het territorium van een pad. Een pad die hard kan kwaken krijgt meer nakomelingen (kinderen) over de jaren. Waarom?
A
Hierdoor krijgt hij meer nakomelingen
B
Doordat hij goed te horen is boven al het verkeer uit trekt hij veel vrouwtjes naar zich toe en krijgt over de jaren zo meer nakomelingen.
C
Doordat hij mee kan kwaken met de auto's
D
Doordat hij goed te horen is boven al het verkeer uit trekt hij veel vrouwtjes naar zich toe

Slide 11 - Quiz

Overspronggedrag is:
A
over iemand springen
B
ineens ander gedrag vertonen
C
sprongetje maken
D
aanvallen

Slide 12 - Quiz

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
sociaal gedrag

Slide 13 - Quiz

Een kat die wordt aangevallen,
zet zijn haren overeind.

Wat voor gedrag vertoont de kat?

A
Baltsgedrag.
B
Imponeergedrag.
C
Onderdanigheidsgedrag.
D
Overspronggedrag.

Slide 14 - Quiz

Bij ... bedenkt een dier nieuw gedrag, door eerder opgedane ervaringen te combineren.
A
Overspronggedrag
B
Imiteren
C
Aangeboren
D
Inzicht

Slide 15 - Quiz

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?

A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
verzoeningsgedrag
D
sociaal gedrag

Slide 16 - Quiz

Mannetjeshonden plassen veel vaker
dan vrouwtjeshonden.
Bij welk type gedrag hoort dit gedrag
van de hond?
A
Imponeergedrag
B
Baltsgedrag
C
Overspronggedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 17 - Quiz

Schrijf de juiste rangorde op in de volgorde van meest dominant naar minst dominant. (2015 I)
Kijk goed naar welk dier alle keren wint => die is het meest dominant
Kijk dan wie 1 keer verliest => die zit daar net onder
En zo verder
Het dier dat altijd verliest, is het meest onderdanig en komt dus achteraan

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag
4.6 Territorium
Klaar? 
-Maak Verdieping Trekvogels

Slide 19 - Diapositive

Heb je nog vragen?

Slide 20 - Question ouverte