Quiz themawoorden

Spontaan
A
Als je iets zonder nadenken doet.
B
Als je iets doet, maar er goed over nadenkt van te voren.
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Spontaan
A
Als je iets zonder nadenken doet.
B
Als je iets doet, maar er goed over nadenkt van te voren.

Slide 1 - Quiz

Bedachtzaam
A
Als je iets zonder nadenkend doet.
B
Als je eerst goed nadenkt voordat je iets doet.

Slide 2 - Quiz

Gewichtloos
A
Als iets heel zwaar is.
B
Zonder gewicht, zoals een astronaut in de ruimte.

Slide 3 - Quiz

Vederlicht
A
Heel erg licht, als een veertje.
B
Een klein lampje.

Slide 4 - Quiz

Loodzwaar
A
Een grote loods waar zware spullen instaan.
B
Heel erg zwaar, als een olifant.

Slide 5 - Quiz

Rasecht
A
Heel echt, helemaal echt.
B
Een hondenras.

Slide 6 - Quiz

Het couplet
A
Een nieuwe haarstijl.
B
Een nieuw stuk tekst in een gedicht of liedje.

Slide 7 - Quiz

Het refrein
A
Een stuk tekst in een gedicht of lied dat vaak terugkomt.
B
Hetzelfde als een couplet.

Slide 8 - Quiz

Luchtig
A
Als er veel lucht is.
B
Zonder problemen.

Slide 9 - Quiz

De toestand
A
Zoals het is.
B
De stand van een voetbalwedstrijd.

Slide 10 - Quiz

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
A
Als je niet weet hoe laat het is.
B
Je voelt je nergens veiliger en beter dan in je eigen huis.

Slide 11 - Quiz

De morgenstond heeft goud in de mond.
A
Het is verstandig om vroeg op te staan i.p.v. lang in bed te blijven.
B
Als je 's morgens vroeg op staat, krijg je geld.

Slide 12 - Quiz