H1.3 "vermogen en energie"

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Regels in de les
1. Je bent op tijd
2. De telefoon gaat in de bak!
3. Je hebt je spullen bij je (o.a. boek, binas, schrift, schrijfspullen)
3. Je bent stil tijdens de uitleg of als iemand anders spreekt
4. Je blijft van andermans spullen af
5. Je hebt respect voor elkaar

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je nodig in elke les:
  • Nova boek, werkboek tijdens alle lessen, ook bij een toets!
  • Schrijfspullen, zoals een pen, potlood en liniaal.
  • Schrift
  • REKENMACHINE
  • BiNaS
  • Huiswerk is af 



Slide 3 - Diapositive

Consequenties
  • Telefoon niet in de bak => Melden lokaal 107 + 1 uur nablijven
  • 2x Materiaal niet mee => Melden lokaal 107 + 1 uur nablijven
       - Boek, Schrift, Binas en schrijfspullen
  • 3x waarschuwing  => Melden lokaal 107 + 1 uur nablijven
  • 2x Huiswerk niet af => 1 uur nablijven
        - Boek niet bij je tijdens huiswerkcontrole => telt als geen huiswerk af!

  • Nablijven => Dinsdag van 15:00 - 15:45 
                            => Donderdag van 14:15 - 15:00

Slide 4 - Diapositive

hst 1.3 "vermogen en energie"

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
  • Wat is het vermogen van een apparaat.

  • Rekenen met spanning, stroomsterkte en vermogen.

  • Berekenen van energieverbruik van elektrische apparaten in kWh.

  • Berekenen hoeveel je voor de verbruikte elektrische energie moet betalen.

Slide 6 - Diapositive

Vandaag
Korte herhaling H1.1 en H1.2
Vermogen
Uitleg formule  P = U x I
Opdracht 
Uitleg formule E = P x t
opdracht
Zelfstandig werken
Huiswerk controle



Slide 7 - Diapositive

serie? parallel? zie volgende dia's

Slide 8 - Diapositive

Waarom zijn alle apparaten in huis parallel aangesloten?

Slide 9 - Question ouverte

Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad

Slide 10 - Question de remorquage

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen

Afkorting: P

De eenheid van vermogen is:
Watt (W) 

Formule:
P = U x I

Slide 11 - Diapositive

Vermogen berekenen

Slide 12 - Diapositive

P = U x I
P = vermogen             in watt (W)
U = spanning              in volt (V)
I = stroomsterkte      in ampère (A)

Opgave:
Op een lader van een telefoon
staat 5 V en 2 A. 
Hoe groot is het het vermogen van dit lampje?




Slide 13 - Diapositive

antwoord
Gegevens    U = 6V
                         I   = 2A
Gevraagd     Wat is het vermogen in W?
Formule        P  =   U  x I 
Uitwerking   P  =   6  x 2 =12
 Antwoord    Het vermogen is 12 W

Slide 14 - Diapositive

Op een fietslampje staat 0,3 A en 15 V
Bereken het vermogen van dat lampje.

Slide 15 - Question ouverte

Energieverbruik 
  • Apparaten verbruiken energie. We rekenen af  per kWh.

  • 1 kiloWatt is 1.000 Watt.                                                                                                        Kilo-Watt-uur (kWh) is de maatstaf voor elektrische energie-inhoud. 

  • Het is het gemiddeld vermogen dat verbruikt wordt gedurende één uur.              Een elektrische kachel met een maximaal vermogen van 2 kW verbruikt per uur 2 kWh       als hij maximaal aanstaat.

  • Een kWh (kilo-Watt-uur) kost ongeveer 23 cent => Maar hoe rekenen we hiermee?

Slide 16 - Diapositive

Energieverbruik
1
2
3

Slide 17 - Diapositive

E = P x t
E = energieverbruik in kilowattuur (kWh)
P = vermogen in kilowatt (kW)
t = tijd in uur (h)

Een lamp met een vermogen van 15W 
brandt de hele avond (18:00 - 23:00)
Bereken hoeveel energie de lamp verbruikt.

Slide 18 - Diapositive

Antwoord
Gegevens :    P = 15 W = 0,015 kW ; t = 23:00-18:00 = 5 uur
Gevraagd:      Hoeveel energie verbruikt de lamp  in kWh
Formule:         E = P x t
Uitwerking:    E = 0,015 x 5 = 0,075 kWh
Antwoord:       De energieverbruik van de lamp is 0,075 kWh

Slide 19 - Diapositive

Samenvatting
Vermogen is hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt!
P = U x I   (vermogen in Watt)

Energieverbruik is het gemiddelde vermogen dat verbruikt wordt gedurende één uur
E = P x t   (vermogen in kiloWatt)


Slide 20 - Diapositive

Op een zaklamp staat: 50 V en 2 A. De zaklamp staat 10 uren aan. Bereken de energie die deze zaklamp verbruikt in die tijd.

Slide 21 - Question ouverte

Een telefoon moet om op te laden 3 uur aan de lader. De lader heeft een vermogen van 10 W. Hoeveel energie gaat er in die tijd in de telefoon?

Slide 22 - Question ouverte

Zelfstandig werken 
Lees H1.3 p.32-35
Maak H1.3 opgave 1 t/m 7
Nakijken H1.1 en H1.2

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Leg uit hoe kortsluiting kan ontstaan

Slide 25 - Question ouverte

Hoe kan overbelasting ontstaan?

Slide 26 - Question ouverte

Waarom zijn er in huis meerdere groepen

Slide 27 - Question ouverte