KWT 5.2 en 5.3 gedeelte

KWT 5.2 en 5.3 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

KWT 5.2 en 5.3 

Slide 1 - Diapositive

Energieverbruik
Afhankelijk van:
  • Vermogen van het apparaat (hoeveel energie die per seconde verbruikt)
  • Aantal uren dat het apparaat aan staat

Energiemeter thuis wordt ook wel kWh-meter genoemd?
  • kWh = kilo-Watt-uur 
  • Dus hoeveel kW (kiloWatt) er verbruikt wordt in 1 uur tijd

Slide 2 - Diapositive

Energie en vermogen
Twee eenheden van ENERGIE 
  • Natuurkunde       => Energie in Joule [J]
  • Energiebedrijven => Energie in Kilo-Watt-hour [kWh]

ENERGIE = VERMOGEN x TIJD
  • E in [J]      => P in [W]   en t in [s]
  • E in [kWh] => P in [kW] en t in [h]


Slide 3 - Diapositive

de oplossing vinden
Gegevens:
  • P = 150 W = 0,150 kW   ;    t = 5 h
Gevraagd:
  • E = ? kWh
Formule:
  • E = P x t
Uitwerking/antwoord:
  • E = 0,150 x 5 = 0,75 kWh ; Het energieverbruik v/d bouwlamp is 0,75 kWh
Vraag: 
Een bouwlamp heeft een vermogen van 150 W en brandt de hele avond (18:00 - 23:00)  Bereken hoeveel energie de lamp verbruikt in kWh

Slide 4 - Diapositive

Vermogen
Vermogen is het energieverbruik per seconde verbruikt 

De afkorting voor vermogen is de hoofdletter van het Engelse woord voor vermogen, power.
 
De eenheid van vermogen is  watt (W)

Slide 5 - Diapositive

P = U x I
P = vermogen             in watt (W)
U = spanning              in volt (V)
I = stroomsterkte      in ampère (A)

  • De batterij heeft een spanning van 6 V                                                                       en een stroomsterkte van 2 A. Hoe groot                                                                         is het het vermogen van dit lampje?




De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt
Een maat voor de hoeveelheid elektrische energie die de stroom met zich mee draagt. De eenheid van spanning is volt (V)

Slide 6 - Diapositive

Samen de oplossing vinden
Gegevens:
  • U = 6 V   ;   I = 2 A
Gevraagd:
  • P = ? W
Formule:
  • P = U x I
Uitwerking/antwoord:
  • P = 6 x 2 = 12 W    
  • Het vermogen van het lampje is 12 W
De Vraag:
De batterij heeft een spanning van 6 V en een stroomsterkte van 2 A. 
Hoe groot is het het vermogen van dit lampje?

Slide 7 - Diapositive

Spanning en stroomsterkte
Een elektrische schakeling of een stroomkring bevat een spanningsbron, een elektrisch apparaat en verbindingsdraden

Het elektrische apparaat werkt als er een  gesloten stroomkring is.

Slide 8 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=U-Li3-ApA9I

Slide 9 - Diapositive

Ampèremeter

Slide 10 - Diapositive

Voltmeter

Slide 11 - Diapositive

En nu aan de slag...
Lees H5.3 Spanning en stroomsterkte (leerboek p. 109)
Maak opgaven 5 t/m 13 H5.3 (p. 112 - Begrijpen)

Klaar:
Lees H5.3 van het leerboek goed door (p. 113 - beheersen)
Maak opgaven 14 t/m 23 (p. 115 - Beheersen)

Slide 12 - Diapositive

Serieschakeling
1
Stroom is overal gelijk.
Spanning is verdeelt over de lampjes

Slide 13 - Diapositive

                      Parallelschakeling
1
Spanning is overal gelijk.
Stroom is verdeelt over de lampjes

Slide 14 - Diapositive