LL module 2 - les 4 - 2.3 (opdracht 9)


Lesdoel: aan het einde van de les heb je weer meer vat op het duiden van literair taalgebruik. Ook weet je wat er met betekenistoekenning bedoeld wordt.
GPW-stof: Laagland M1,2 en 3; Het Diner; Twee vrouwen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Lesdoel: aan het einde van de les heb je weer meer vat op het duiden van literair taalgebruik. Ook weet je wat er met betekenistoekenning bedoeld wordt.
GPW-stof: Laagland M1,2 en 3; Het Diner; Twee vrouwen

Slide 1 - Diapositive

Programma vandaag
  • Bespreken opdracht 9 blz. 38-19 
  • Uitleg §2.4 Betekenistoekenning 
  • Maken opdr. 12 op blz. 40-44
  • Aan de slag met opdr. 17 blz. 48-52

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 9
Lees het fragment uit de roman Papegaai vloog over de IJssel (2014) van Kader Abdolah (1954) en beantwoord de vragen.




Slide 3 - Diapositive

1.) Vanaf r. 14 vertelt Elmottaghi wat er in het paradijs te zien is. Welke stijlfiguur herken je in zijn beschrijving?

Slide 4 - Question ouverte

2). Het fragment eindigt met de zinnen: "Klazien lag stil in bed, maar ze was weg. De papegaaien hadden haar meegenomen." Leg in eigen woorden uit wat met deze twee zinnen wordt bedoeld.

Slide 5 - Question ouverte

3.) Welke stijlfiguur herken je in "lag stil in bed, maar ze was weg"?
A
eufemisme
B
paradox
C
tegenstelling
D
chiasme

Slide 6 - Quiz

4.) De papegaaien in dit fragment zijn geen beeldspraak, maar je kunt als lezer er wel een symbolische betekenis aan toekennen. Leg beargumenteerd met verwijzingen naar de tekst uit welke symbolische betekenis dat zou kunnen zijn.

Slide 7 - Question ouverte

Volledig antwoord vraag 4
Je kunt de papegaaien als symbool voor de dood opvatten. Het fragment begint op een kerkhof, een plek van overledenen. Klazien is een oude vrouw. De vlucht papegaaien wordt geleid door Klaziens papegaai. Als Klazien gestorven is, staat er dat de papegaaien haar hebben meegenomen. De context van het fragment maakt het mogelijk aan de papegaaien de symbolische betekenis van “dood” toe te kennen.



Slide 8 - Diapositive

5.) Vergelijk dit fragment met "Weggaan" van Kopland (opdr. 3). Leg beargumenteerd uit of je dit fragment uit "Papegaai vloog over de IJssel" net als Koplands gedicht geschikt vindt om gebruikt te worden op begrafenissen en crematies.

Slide 9 - Question ouverte

Zelfstandig werken/ huiswerk do. 15/12

Keuze uit:
  • opdracht 12 (vraag 1 t/m 13) op blz. 42-44
  • vr. 16/13: lezen in Het Diner --> t/m blz. 92

Slide 10 - Diapositive

do. 15 dec. - 4V3 - 7e uur 

Lesdoel: aan het einde van de les heb je weer meer vat op het duiden van literair taalgebruik. Ook weet je wat er met betekenistoekenning bedoeld wordt.
GPW-stof: Laagland M1,2 en 3; Het Diner; Twee vrouwen

Slide 11 - Diapositive

Programma vandaag
  • Bespreken opdracht 12 op blz. 42-44
  • Uitleg §2.4 Betekenistoekenning 
  • Aan de slag met opdr. 17 blz. 48-52

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 12
Lees de twee fragmenten uit De dood van Murat Idrissi (2017) van Tommy Wieringa (1967) en beantwoord de vragen.




Slide 13 - Diapositive

1.) Leg in eigen woorden uit wat er in dit fragment gebeurt.

Slide 14 - Question ouverte

Volledig antwoord vraag 1
Saleh, Murat (die gaat ‘proef liggen’) en de oude moeder proberen Thouraya en Ilham over te halen Murat in de kofferbak mee te smokkelen naar Europa. Ilham voelt zich onder druk gezet.



Slide 15 - Diapositive

2.) Hoe merk je dat Thouraya (en Ilham), die beiden van Marokkaanse afkomst zijn, eigenlijk vooral Nederlandse vrouwen zijn?

Slide 16 - Question ouverte

3.) In r. 27-39 komt veel beeldspraak voor. Citeer uit dit tekstgedeelte vier woordgroepen of zinsgedeelten die beeldspraak zijn. (In de les is één voldoende.)

Slide 17 - Question ouverte

Volledige antwoord vraag 3
Voorbeelden van beeldspraak: 
  • “strooide de dankbaarheid van de hemel over haar hoofd uit” - metafoor
  • “Haar ogen schoten vuur” - personificatie 
  • “alsof ze stapvoets een auto-ongeluk passeerden” - vergelijking met als
  • “haar vingers tot een nest slangen verstrengeld” - vergelijking
  • “ze wrong haar oude hart voor haar uit” - metafoor

Slide 18 - Diapositive

4.) Het fragment eindigt met de formulering "Ilham boog" (r.40). Leg in eigen woorden uit wat met deze formulering wordt bedoeld. Waarom buigt Ilham?

Slide 19 - Question ouverte

5.) Dit fragment komt uit het begin van de roman. Hoe verwacht je dat dit verhaal verdergaat?

Slide 20 - Question ouverte

6.) Wat is er met Murat gebeurd?

Slide 21 - Question ouverte

7.) In r.19 staat: "Zijn geur drijft door de auto als een djinn". Benoem de vorm van beeldspraak in deze zin.
A
vergelijking-zonder-als
B
metafoor
C
metonymia
D
vergelijking-met-als

Slide 22 - Quiz

8.) Welke vorm van beeldspraak herken je in "de lucht ..... wacht" r. 26-27?
A
personificatie
B
synesthesie
C
vergelijking-zonder-als
D
metonymia

Slide 23 - Quiz

9.) In het eerste fragment kruipt Murat in de kofferbak van de auto. Hij gaat liggen in de opgevouwen houding "als een farao" (r.16). Dit is beeldspraak. Welke vorm van beeldspraak?
A
vergelijking-zonder-als
B
metafoor
C
metonymia
D
vergelijking-met-als

Slide 24 - Quiz

10.) Leg beargumenteerd uit waarom het beeld van de opgevouwen farao gekozen zou kunnen zijn voor de opgevouwen Murat in de kofferbak.

Slide 25 - Question ouverte

Volledige antwoord vraag 10
Murat ligt dood in de kofferbak. Een overleden farao werd met over elkaar geslagen armen in een kist (vergelijk een kofferbak) gelegd. De dode farao in een kist is een beeld voor de dode Murat in de kofferbak.

Slide 26 - Diapositive

11.) Wat moeten Thouraya en Ilham nu in het tweede fragment volgens jou gaan doen? Geef een beargumenteerde mening.

Slide 27 - Question ouverte

12.) "De dood van Murat Idrissi" gaat over een actueel vraagstuk. Welk actueel vraagstuk is het onderwerp van het boek?

Slide 28 - Question ouverte

13.) Krijg je in de twee fragmenten een bepaalde visie op het vraagstuk? Beargumenteer je antwoord.

Slide 29 - Question ouverte

§2.4 Betekenistoekenning
Betekenistoekenning = de betekenis van een verhalende tekst of gedicht vaststellen.
Synoniemen voor 'betekenistoekenning':
  • interpretatie
  • vaststellen van thematiek

Slide 30 - Diapositive

Hoe interpreteer je een tekst? 
Hoe bepaal je het thema van een tekst? Hoe ken je betekenis toe aan een tekst?

  • Betekenis ontstaat doordat jij als lezer actief met een tekst aan de slag gaat. 
  • --> betekenistoekenning = lezersactiviteit
  • Als lezer ken je betekenissen aan teksten toe door het ontdekken van betekenisstructuren.
  • Het gaat dus niet om de intentie van de auteur of om een door hem/haar verborgen boodschap in de tekst die je moet zien te vinden.

Slide 31 - Diapositive

Betekenisstructuren ontstaan door:
  • herhalingen (overeenkomsten) van woorden, woordgroepen, gebeurtenissen, situaties, passages en scènes.
  • opposities (tegenstellingen) van woorden, woordgroepen, gebeurtenissen, situaties, passages en scènes.

Slide 32 - Diapositive

Betekenistoekenning
Actieve lezers zoeken en vinden herhalingen (overeenkomsten) en opposities (tegenstellingen) en kennen vervolgens betekenis toe aan wat terugkeert en wat daarmee een contrast of tegenstelling vormt. Dit is voor lezers de basis voor hun betekenistoekenning (interpretatie) van de literaire tekst.

Hier gaan we mee oefenen in opdr. 17 op blz. 48-52

Slide 33 - Diapositive

Zelfstandig werken/huiswerk morgen vr. 17/12

Keuze uit:
  • opdracht 17 op blz. 48-50 - vraag 1 t/m 6
  • lezen in Het Diner --> t/m proleetje blz. 92

Slide 34 - Diapositive