Oefentoets rep 1

Oefentoets rep 1
- Je maakt deze oefentoets alleen en voor jezelf.
- Je maakt deze toets zonder het gebruik van je boek.
- Voor de woordjesopdracht mag je je werkboek wel gebruiken.
- Aan de hand van de oefentoets kan ik zien waar je nog aan moet werken. 
- Let op het gebruik van accenten, je antwoord wordt anders foutgerekend. 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets rep 1
- Je maakt deze oefentoets alleen en voor jezelf.
- Je maakt deze toets zonder het gebruik van je boek.
- Voor de woordjesopdracht mag je je werkboek wel gebruiken.
- Aan de hand van de oefentoets kan ik zien waar je nog aan moet werken. 
- Let op het gebruik van accenten, je antwoord wordt anders foutgerekend. 

Slide 1 - Diapositive

El presente
Vul bij de volgende slides de juiste vorm in van de Presente ( de tegenwoordige tijd). Let op werkwoorden met een klinkerwisseling, bijvoorbeeld: poder (ue) --> puedo.

Slide 2 - Diapositive

Mis abuelos (ser)_____de España.

Slide 3 - Question ouverte

Yo (pensar, (e-ie)_____mucho en ti.

Slide 4 - Question ouverte

Yo (ser)_____una chica simpática.

Slide 5 - Question ouverte

Mis padres (querer, (ie)_______ir de vacaciones.

Slide 6 - Question ouverte

Tú (tener)_____muchas amigas.

Slide 7 - Question ouverte

Tú no (poder, ue)_______ayudarme.

Slide 8 - Question ouverte

Michael, ¿(ser)_____un chico deportivo?

Slide 9 - Question ouverte

Tú y yo (estar)______en el OVC.

Slide 10 - Question ouverte

Yo (tener)_____18 años.

Slide 11 - Question ouverte

Mi hermana y yo (ir)____a ir de tiendas.

Slide 12 - Question ouverte

Yo (ir)_____a hacer deportes.

Slide 13 - Question ouverte

El presente perfecto
Vul in de volgende slides de juiste vorm in van de presente perfecto ( voltooid verleden tijd ). 
Denk aan de onregelmatige werkwoorden, die zitten er ook tussen! En denk aan het hulp werkwoord haber wat er nog voor moet. 

Slide 14 - Diapositive

Tu no (hacer)_____los deberes.

Slide 15 - Question ouverte

Mi amiga yo yo (visitar)____la iglesia.

Slide 16 - Question ouverte

Vosotros (trabajar)_____en el supermercado.

Slide 17 - Question ouverte

Mis padres (ir)____de vacaciones.

Slide 18 - Question ouverte

Chantal (ver)____a su mejor amiga en la playa.

Slide 19 - Question ouverte

Vosotros (romper)_____el vaso.

Slide 20 - Question ouverte

Carlos (abrir)______la ventana.

Slide 21 - Question ouverte

La profesora (decir)______ lo que tenemos que hacer.

Slide 22 - Question ouverte

Frases clave bron F.
Zoek in je tekstboek de frases clave op van dit hoofdstuk. Als je het uit je hoofd kunt is dat nog beter uiteraard.
Zorg ervoor dat je de zinnen correct overneemt. 

Slide 23 - Diapositive

Neem me niet kwalijk, hoe kan ik naar de Sagrada Familia gaan?

Slide 24 - Question ouverte

Weet u waar het metrostation is?

Slide 25 - Question ouverte

Welke metrolijn moet ik nemen?

Slide 26 - Question ouverte

En waar moet ik uitstappen?

Slide 27 - Question ouverte

ESCUCHAR
ENTENDER
ESCRIBIR
Bevestigend
escucha
entiende
escribe
Usted
escuche
entienda
escriba
Ontkennend
escuches
entiendas
escribas
Usted
escuche
entienda
escriba
El imperativo (de gebiedende wijs)

Slide 28 - Diapositive

Ana, (enviar)____la carta.

Slide 29 - Question ouverte

Marlou, no (comprar)____esta falda cara.

Slide 30 - Question ouverte

Señora, (descansar)___un poco.

Slide 31 - Question ouverte

André, nunca (leer)____estos artículos en internet.

Slide 32 - Question ouverte

Bianca, (hablar)___menos rápido.

Slide 33 - Question ouverte

la fuente
el semáforo
el césped
las escaleras
el puente
la espalda

Slide 34 - Question de remorquage

el paseo
por supuesto
relajado/a
descansar
un montón
La altura
el puerto
volar

el barrio

la estatua
de buurt
de hoogte
natuurlijk
ontspannen
de wandeling
de haven
uitrusten
het standbeeld
vliegen
een heleboel

Slide 35 - Question de remorquage

Wat is: La fuente luminosa de Montjuic?
A
Een plein in Barcelona.
B
Een verlichte fontein.
C
De naam van een metrostation.
D
Een kunstwerk

Slide 36 - Quiz