Oefentoets SO 1

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Oefentoets SO 1

- Je maakt deze oefentoets alleen en voor jezelf.

- Je mag je boek erbij gebruiken

- Aan de hand van de oefentoets kan ik zien waar je nog aan moet werken. 

- Let op het gebruik van accenten, je antwoord wordt anders foutgerekend. 

- Ben je klaar? Maak een mindmap/flitskaarten o.i.d. 

IK

JIJ

HIJ

ZIJ

U

WIJ

JULLIE

ZIJ MV

TÚ

VOSOTROS

ELLA

YO

ÉL

USTED

ELLOS

NOSOTROS

YO

TÚ

ÉL/ELLA/
USTED

NOSOTROS

VOSOTROS

ELLOS/ELLAS

USTEDES

-o

-es/-as

-a/-e

-amos/-emos/-imos

-áis/éis/-ís

-an/-en

El presente

Vul bij de volgende slides de juiste vorm in van de Presente ( de tegenwoordige tijd). Let op werkwoorden met een klinkerwisseling, bijvoorbeeld: poder (ue) --> puedo.

Mis padres (ser)_____de Holanda.

Madrid (estar)_____en el centro de España.

Yo (pensar, (e-ie)_____mucho en ti.

Yo (ser)_____una chica simpática.

Mis amigos (estar)______de vacaciones en Peru.

Mis padres (querer, (ie)_______ir de vacaciones.

Tú no (poder)_______ayudarme.

Tú (tener)_____muchas amigas.

Michael, ¿(ser)_____eres un chico deportivo?

Tú y yo (estar)______en el OVC.

Yo (tener)_____18 años.

Mi hermana y yo (ir)____a ir de tiendas.

Yo (ir)_____a hacer deportes.

Ana (hablar)____español.

1. hable
2. hablan
3. habla
4. hablas

Chris y Rob (eschuchar)_____música.

1. escuche
2. escuchan
3. escucháis
4. eschamos

Yo (escribir)______una carta.

Vosotros (beber)_____una coca cola.

El presente perfecto

Vul in de volgende slides de juiste vorm in van de presente perfecto ( voltooid verleden tijd ). 

Denk aan de onregelmatige werkwoorden, die zitten er ook tussen! En denk aan het hulp werkwoord haber wat er nog voor moet. 

Hoy yo (hablar)____con mi profesora.

1. ha hablado
2. he hablado
3. has hablado
4. tengo hablado

Vosotros (trabajar)_____en el supermercado.

Mis padres (ir)____de vacaciones.

Vosotros (romper)_____el vaso.

Carlos (abrir)______la ventana.

Tu no (hacer)_____los deberes.

La profesora (decir)______ lo que tenemos que hacer.

Frases clave bron E.

Zoek in je tekstboek de frases clave op van dit hoofdstuk. Als je het uit je hoofd kunt is dat nog beter uiteraard.

Zorg ervoor dat je de zinnen correct overneemt. 

Vertaal: Goedemiddag, kan ik je helpen?

Vertaal: Ik wil graag weten wat er in Barcelona te doen is.

Vertaal: Ben je al eens in Barcelona geweest?

Vertaal: Wat dacht je van een fietstocht door de stad?

el paseo

por supuesto

relajado/a

descansar

un montón

La altura

el puerto

volar

el barrio

la estatua

de buurt

de hoogte

natuurlijk

ontspannen

de wandeling

de haven

uitrusten

het standbeeld

vliegen

een heleboel