Thema 8 Blok 1 en 3: Frankrijk en Nederland BLM

Programma
Intro: Thema 8 Frankrijk
Start en Blok 1  les 1: Franse volk eist vrijheid.
(-PPT +) werkboek.
Toetsen: SO blok 1 & Repetitie blok  1 en 3.
(blok 2 en 4 slaan we over)





1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 11 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma
Intro: Thema 8 Frankrijk
Start en Blok 1  les 1: Franse volk eist vrijheid.
(-PPT +) werkboek.
Toetsen: SO blok 1 & Repetitie blok  1 en 3.
(blok 2 en 4 slaan we over)





Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Bron: Mensenrechten.nl
Uit onderzoek blijkt dat het grootste deel van onze bevolking vindt dat mensen in het openbaar moeten kunnen zeggen of schrijven wat zij willen. Het ligt wel aan de vorm en inhoud van de uiting. Ook vindt 60 procent van de bevolking dat social media berichten moeten verwijderen die beledigend zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen. 
Stemrecht en vrijheid van meningsuiting vinden wij heel normaal. Maar hoe is dat eigenlijk gekomen?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Onze mensenrechten begonnen bij de Franse Revolutie. Wat weet jij ervan?
A
Echt bijna alles
B
Best wel wat
C
Best wel weinig
D
De Franse wat?!

Slide 5 - Quiz

(REVOLUTIES)Waarom komen burgers in opstand?

Slide 6 - Carte mentale

0

Slide 7 - Vidéo

Waarom kwamen de mensen in opstand?

Slide 8 - Question ouverte

Wat weet je van de Franse revolutie?

Slide 9 - Carte mentale

Rechten en plichten in Nederland
Regels zijn er al zo lang als dieren in groepen leven. Zonder regels onstaat er chaos. We hebben zowel rechten als plichten. Dingen die mógen en dingen die móeten. Zo mág je in de pauze een broodje eten maar móet je in de pauze in de aula eten.
Napoleon bedacht ontzettend veel wetten. Die wetten bestaan nog steeds, ook in Nederland. Wetten zijn ook regels. Alleen dan ingewikkelder. En ze zijn opgeschreven in het een wetboek.
En er zijn allemaal voorwaarden aan verbonden.
Zo kan je in Nederland een gevangenisstraf krijgen of een boete als je de wet overtreedt.





Slide 10 - Diapositive

Theorie
Hier volgt de leerstof

Slide 11 - Diapositive

Begrippen blok 1
Het absolutisme: Manier van besturen waarbij de koning alle macht heeft.
De burgerlijke stand: Lijst met belangrijke informatie van de burgers van een gemeente, zoals geboorte, huwelijk of overlijden.
Het metrieke stelsel: Systeem van standaardeenheden voor het meten van bijvoorbeeld afstand, gewicht en temperatuur.
De revolutie: Snelle en totale verandering.
De standenmaatschappij: Maatschappij die verdeeld is in groepen of standen. Iedere stand heeft zijn eigen rechten en plichten.

Slide 12 - Diapositive

Wat leer je deze lessen?
  • Je kan uitleggen waarom Lodewijk XVI (de 16e) zo machtig was en hoe hij Frankrijk bestuurde. 
  • Je kan uitleggen wat absolutisme is; 
  • Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij was en welke taak en rechten elke stand had.  (Zie bron 3 en vraag 6 in het werkboek)
  • Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.   

Slide 13 - Diapositive

Einde les 1
Einde les 1 
















Slide 14 - Diapositive

Les 2
Franse revolutie - opdracht
Werkvorm
Video
Begrippen oefenen
Opdrachten
Leren: Begrippen blok 1





Slide 15 - Diapositive

Wat leer je deze week?
  • Je kan uitleggen waarom bijna 300 jaar geleden Lodewijk XIV en XVI (de 16e) zo machtig waren en hoe zij Frankrijk bestuurden. 
  • Je kan uitleggen wat absolutisme is en hier twee kenmerken van noemen; 
  • Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij inhield en welke taak elke stand had.   
  • Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.   

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Een machtige koning - Absolutisme
De Franse koning Lodewijk de14e was in de 17e eeuw de machtigste koning van Europa. Hij wilde meer macht en meer geld. Hij vond dat hij boven alle mensen hoorde. God gaf hem alle macht. Hij noemde zichzelf de zonnekoning want hij was het centrum van zijn wereld. Hij was een absoluut  vorst = de koning heeft alle macht. 
Zijn achterkleinzoon Lodewijk de XVI (16e) was koning ten tijde van de Franse Revolutie. Ook deze koning had de absolute macht. 
Frankrijk was vroeger verdeeld in 3 standen: de geestelijken; edelen en burgers. 

Slide 18 - Diapositive

De taken en rollen van de standen
  • Eerste stand =>  geestelijken
bidden, contact met God. 
  • Tweede stand = edelen 
Het land besturen, recht spreken en de eerste en derde stand beschermen.
  • Derde stand = boeren en burgers 
Werken/ voedsel verbouwen en belasting betalen.


Slide 19 - Diapositive

Standenmaatschappij
Het volk deed alles wat de koning wilde. Frankrijk was in de 17e en 18e eeuw een standenmaatschappij.

Er waren drie standen: 
  • Eerste stand = geestelijken 
  • Tweede stand = edelen 
  • Derde stand = boeren en burgers 

Slide 20 - Diapositive

Napoleon
  • 1799: Napoleon aan de macht in Frankrijk.  
  • Hij veroverde een groot deel van Europa. 

  • Napoleon zorgde ervoor dat de landen binnen zijn rijk goed georganiseerd werden. --> wetboek: Code Napoleon 

  • In 1815 werd Napoleon verslagen. -->  De Fransen trokken zich terug uit Nederland. 

Slide 21 - Diapositive

De verlichting - nieuwe ideeën
In de 18e eeuw werden veel uitvindingen gedaan. Geleerden kwamen met een nieuwe manier van denken, besturen en geloven. Zo leerden zij mensen om zelfstandig na te denken en naar feiten  en bronnen te kijken in plaats van alles van anderen te geloven. 
Hierdoor kwamen mensen in opstand tegen de macht van die tijd. Want die macht was juist gebaseerd op het geloven in die anderen zonder na te denken.

Gevolg -> de Franse revolutie

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

OPDRACHT PPT week 6-7
Maak een presentatie (ppt) van thema 8 blok 1 Het Franse volk eist vrijheid. 
-Inhoud: 
Wie? Wat? Waarom? Belangrijke gebeurtenissen, personen, afbeeldingen en begrippen. (alle info staat in je werkboek en in deze lessonup.
-Geef met die informatie antwoord op de leerdoelen van blok 1. In jouw woorden.
  • Hoe: Alleen of in tweetallen.
  • Eind van de les laten zien wat je hebt gedaan. Deadline 17 februari. 
  • Minimaal 10 dia's.

Slide 24 - Diapositive

Week 2 Franse Revolutie
VOLGENDE WEEK: SO BLOK 1 THEORIE EN BEGRIPPEN
-BBL:
-Leer theorie en begrippen blok 1.
-Maak powerpoint over de Franse revolutie (instructie in lessonup) AF. 
-Maak werkboek opdracht 12, 13, 14, 16, 19, 21, 22.
-KGT:
-Leer theorie en begrippen blok 1.
-Maak powerpoint over de Franse revolutie (instructie in lessonup) AF.
-Maak werkboek opdracht 13, 14, 15, 16, 19, 20, 22.
-Volgende week: SO blok 1 theorie en begrippen. 










Slide 25 - Diapositive

Opdrachten deze week
Maak : 
-BBL Thema 8, blok 1: 3, 5, 7, 8, 9, 10.
-KGT Thema 8, blok 1: 3, 5, 7, 9, 11, 12.
-Begrippen blok 1 zijn overgeschreven. 

Klaar? Oefenen Quizlet https://quizlet.com/_cqbsbo?x=1jqt&i=tath7
-Huiswerk volgende week: 13, 14, 15, 16, 19, 20, 22. 

Slide 26 - Diapositive

Welke maatregelen die Napoleon heeft genomen zijn nog steeds terug te zien in Nederland?

Slide 27 - Question ouverte

0

Slide 28 - Vidéo

0

Slide 29 - Vidéo

 Les 2  Wat zijn de leerdoelen? 
  • Je kan uitleggen waarom Lodewijk XIV (de 14e) zo machtig was en hoe hij Frankrijk bestuurde. 
  • Je kan uitleggen wat absolutisme is en hier twee kenmerken van noemen; 
  • Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij inhield en welke taak elke stand had.   
  • Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.   
  • Je kan twee ideeën van de Verlichting beschrijven en de kritiek van de Verlichtingsdenkers op het absolutisme en de standenmaatschappij beschrijven.
Tip: Vind je Open Vragen beantwoorden lastig? Maak dan een samenvatting met deze doelen. Dan ben je tiptop voorbereid! 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Weg met de koning!
In de chaos nemen de burgers nemen de regering over:

  • De standenmaatschappij wordt afgeschaft 
  • Er wordt een grondwet gemaakt. 
  • Er komt democratie

Alle veranderingen samen noemen we de Franse Revolutie = snelle en totale verandering.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Check in Duo's: blok 1 franse volk eist vrijheid
  • Je gaat eerst individueel deze vier vragen beantwoorden. Noteer dit in je schrift.
  • Daarna vergelijk je de antwoorden met je buurman/buurvrouw en kom je tot een gezamenlijk antwoord bij vraag 1, 2 en 3. De laatste vraag is meer een meningsvraag en kun je het eens of oneens met elkaar zijn.
  1. Uit welke drie standen bestond de standenmaatschappij?
  2. Wat waren de verschillen in rechten en plichten van de drie standen?
  3. Waarom had Nederland toen geen standenmaatschappij?
  4. Is er nog iets terug te zien van een standenmaatschappij in Nederland? Of is iedereen gelijk? Waarom vind je dat wel of niet? Beargumenteer je keuze
timer
10:00

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Revolutie in Nederland
De Fransen vinden dat er in andere landen ook revoluties moeten komen.
1795: Frankrijk valt NL binnen.

Veranderingen in Nederland:
  • Regering werd verjaagd 
  • Er komt een grondwet 
  • Afschaffing standen 

Slide 36 - Diapositive

Nederland krijgt een grondwet
Na het vertrek van Napoleon in 1815 krijgt Nederland een koning: koning Willem I.

De koning had erg veel macht.

1848: Nieuwe grondwet in Nederland: koning minder macht, volk meer macht.

Politicus Thobecke schrijft in 1848 de nieuwe grondwet

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Hoe ziet de grondwet eruit na 1848? Voorgesteld door Thorbecke

Slide 39 - Question ouverte

Noteer in een zin wat je deze les geleerd hebt?

Slide 40 - Question ouverte

Noteer in een zin wat je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Vidéo

Wat hebben wij in Nederland overgehouden van de Franse tijd?

Slide 43 - Question ouverte

Thema 8: Hoe vrij ben jij?
Blok 1, les 3: Franse volk eist vrijheid

Deelvraag:Leidde de Franse Revolutie tot meer vrijheid?

Slide 44 - Diapositive

Revolutie in Nederland
De Fransen vinden dat er in andere landen ook revoluties moeten komen.
1795: Frankrijk valt NL binnen.

Veranderingen in Nederland:
  • Regering werd verjaagd 
  • Er komt een grondwet 
  • Afschaffing standen 

Slide 45 - Diapositive