Thema 8 Blok 1: Franse volk eist vrijheid

Programma
Intro: Thema 8 Hoe vrij ben jij (zondag met lubach)
Start en Blok 1  les 1: Franse volk eist vrijheid.
Opdracht
Zie studiewijzer voor ppt, lesdoelen en nakijkboek
26 oktober proefwerk thema 7





1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma
Intro: Thema 8 Hoe vrij ben jij (zondag met lubach)
Start en Blok 1  les 1: Franse volk eist vrijheid.
Opdracht
Zie studiewijzer voor ppt, lesdoelen en nakijkboek
26 oktober proefwerk thema 7





Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoeveel denk je al te weten van de Franse Revolutie?
A
Echt bijna alles
B
Best wel wat
C
Best wel weinig
D
De Franse wat?!

Slide 3 - Quiz

Wat weet je van de Franse Revolutie

Slide 4 - Carte mentale

0

Slide 5 - Vidéo

Waarom kwamen de mensen in opstand?

Slide 6 - Question ouverte

Leerdoelen blok 1
  • Je kan uitleggen waarom Lodewijk XIV (de 16e) zo machtig was en hoe hij Frankrijk bestuurde. 
  • Je kan uitleggen wat absolutisme is; 
  • Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij inhield en welke taak en rechten elke stand had.  (Zie bron 3 en vraag 6 in het werkboek)
  • Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.   

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
Maak een presentatie (ppt) van thema 8 blok 1 Het Franse volk eist vrijheid. 
-Belangrijke gebeurtenissen, personen, afbeeldingen, begrippen. 
-Geef antwoord op de leerdoelen die bij dit blok horen van dit blok zijn terug te zien in de presentatie. 
  • Hoe: In tweetallen
  • Eind van de les laten zien wat je hebt gedaan.
  • Kom je er niet uit of toch uitleg nodig? 

Slide 8 - Diapositive

Programma
Franse revolutie - opdracht
Werkvorm
Video
Quizziz oefenen
Opdrachten
Leren: Maandag proefwerk Thema 7 wereldhandel





Slide 9 - Diapositive

Uitleg werkvorm
  • Afbeelding wat te maken heeft met de Franse revolutie. Om jullie de de taak het onderwerp te achterhalen. 
  • Groepen van 3/4 personen. 
  • Om de beurt krijgt ieder groepslid krijgt 20 seconden de tijd om de afbeelding te bekijken
  • Daarna gaat hij terug naar zijn groep en vertelt wat hij heeft gezien.
  • Vervolgens gaan jullie het tekenen.
  • Wanneer iedereen is geweest gaan we het bespreken.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

 Les 2  Wat zijn de leerdoelen? 
  • Je kan uitleggen waarom Lodewijk XIV (de 14e) zo machtig was en hoe hij Frankrijk bestuurde. 
  • Je kan uitleggen wat absolutisme is en hier twee kenmerken van noemen; 
  • Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij inhield en welke taak elke stand had.   
  • Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.   

Slide 13 - Diapositive

Revolutie in Nederland
De Fransen vinden dat er in andere landen ook revoluties moeten komen.
1795: Frankrijk valt NL binnen.

Veranderingen in Nederland:
  • Regering werd verjaagd 
  • Er komt een grondwet 
  • Afschaffing standen 

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Welke maatregelen die Napoleon heeft genomen zijn nog steeds terug te zien in Nederland?

Slide 16 - Question ouverte

Opdrachten
https://quizizz.com/admin/quiz/5f8aee3399de5c001cad205b/thema-wereldhandel
Leren Thema 7: Woordweb-Samenvatting-Woordkaartjes-Oefenen Quizlet
Klaar? Maak alvast: Thema 8, blok 1: 3, 5, 6, 7, 8, 11 en 13. 
15, 16, 17, 21 en 22. 

Slide 17 - Diapositive

Napoleon
  • 1799: Napoleon aan de macht in Frankrijk.  
  • Hij veroverde een groot deel van Europa. 

  • Napoleon zorgde ervoor dat de landen binnen zijn rijk goed georganiseerd werden. --> wetboek: Code Napoleon 

  • In 1815 werd Napoleon verslagen. -->  De Fransen trokken zich terug uit Nederland. 

Slide 18 - Diapositive

Nederland krijgt een grondwet
Na het vertrek van Napoleon in 1815 krijgt Nederland een koning: koning Willem I.

De koning had erg veel macht.

1848: Nieuwe grondwet in Nederland: koning minder macht, volk meer macht.

Politicus Thobecke schrijft in 1848 de nieuwe grondwet

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Een machtige koning
De Franse koning Lodewijk XIV was in de 17e eeuw de machtigste koning van Europa. Hij wilde meer macht en meer geld

Hij was een absoluut  vorst = de koning heeft alle macht heeft en hij heeft die macht  van God gekregen.

Slide 21 - Diapositive

Standenmaatschappij
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers
Spotprent
De derde stand draagt de lasten van de geestelijkheid en de adel. De derde betaalt belasting, terwijl de eerste en tweede stand dit niet hoeven doen.

Slide 22 - Diapositive

Standenmaatschappij
Frankrijk was in de zeventiende eeuw een standenmaatschappij.

Er waren drie standen: 
  • Eerste stand = geestelijken 
  • Tweede stand = edelen 
  • Derde stand = boeren en burgers 

Slide 23 - Diapositive

De taken en rollen van de standen
  • Eerste stand =>  geestelijken
bidden, contact met God. 
  • Tweede stand = edelen 
Het land besturen, recht spreken en de eerste en derde stand beschermen.
  • Derde stand = boeren en burgers 
Werken/ voedsel verbouwen en belasting betalen.


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

 Les 2  Wat zijn de leerdoelen? 
  • Je kan uitleggen waarom Lodewijk XIV (de 14e) zo machtig was en hoe hij Frankrijk bestuurde. 
  • Je kan uitleggen wat absolutisme is en hier twee kenmerken van noemen; 
  • Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij inhield en welke taak elke stand had.   
  • Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.   
  • Je kan twee ideeën van de Verlichting beschrijven en de kritiek van de Verlichtingsdenkers op het absolutisme en de standenmaatschappij beschrijven.
Tip: Vind je Open Vragen beantwoorden lastig? Maak dan een samenvatting met deze doelen. Dan ben je tiptop voorbereid! 

Slide 26 - Diapositive

Standenmaatschappij
Frankrijk was in de zeventiende eeuw een standenmaatschappij.

Er waren drie standen: 
  • Eerste stand = geestelijken 
  • Tweede stand = edelen 
  • Derde stand = boeren en burgers 

Slide 27 - Diapositive

De taken en rollen van de standen
  • Eerste stand =>  geestelijken
bidden, contact met God. 
  • Tweede stand = edelen 
Het land besturen, recht spreken en de eerste en derde stand beschermen.
  • Derde stand = boeren en burgers 
Werken/ voedsel verbouwen en belasting betalen.


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Weg met de koning!
In de chaos nemen de burgers nemen de regering over:

  • De standenmaatschappij wordt afgeschaft 
  • Er wordt een grondwet gemaakt. 
  • Er komt democratie

Alle veranderingen samen noemen we de Franse Revolutie = snelle en totale verandering.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Programma
Thema 8 Blok 1 les 3 Franse volk eist vrijheid.
Check in duo's
Uitleg + video's
Opdrachten
Evalueren






Slide 32 - Diapositive

Check in Duo's: blok 1 franse volk eist vrijheid
  • Je gaat eerst individueel deze vier vragen beantwoorden. Noteer dit in je schrift of op je ipad
  • Daarna vergelijk je de antwoorden met je buurman/buurvrouw en kom je tot een gezamenlijk antwoord bij vraag 1, 2 en 3. De laatste vraag is meer een meningsvraag en kun je het eens of oneens met elkaar zijn.
  1. Uit welke drie standen bestond de standenmaatschappij?
  2. Wat waren de verschillen in rechten en plichten van de drie standen?
  3. Waarom had Nederland toen geen standenmaatschappij?
  4. Is er nog iets terug te zien van een standenmaatschappij in Nederland? Of is iedereen gelijk? Waarom vind je dat wel of niet? Beargumenteer je keuze
timer
10:00

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Revolutie in Nederland
De Fransen vinden dat er in andere landen ook revoluties moeten komen.
1795: Frankrijk valt NL binnen.

Veranderingen in Nederland:
  • Regering werd verjaagd 
  • Er komt een grondwet 
  • Afschaffing standen 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Napoleon
  • 1799: Napoleon aan de macht in Frankrijk.  
  • Hij veroverde een groot deel van Europa. 

  • Napoleon zorgde ervoor dat de landen binnen zijn rijk goed georganiseerd werden. --> wetboek: Code Napoleon 

  • In 1815 werd Napoleon verslagen. -->  De Fransen trokken zich terug uit Nederland. 

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Nederland krijgt een grondwet
Na het vertrek van Napoleon in 1815 krijgt Nederland een koning: koning Willem I.

De koning had erg veel macht.

1848: Nieuwe grondwet in Nederland: koning minder macht, volk meer macht.

Politicus Thobecke schrijft in 1848 de nieuwe grondwet

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Hoe ziet de grondwet eruit na 1848? Voorgesteld door Thorbecke

Slide 41 - Question ouverte

Opdrachten
Klaar. Blok 2 lezen en maken : 1, 4, 5, 9, 10, 12
Nakijken vragen blok 1 (zie studiewijzer voor antwoordenboek)

Slide 42 - Diapositive

Noteer in een zin wat je deze les geleerd hebt?

Slide 43 - Question ouverte

Noteer in een zin wat je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 44 - Question ouverte

Slide 45 - Vidéo

Wat hebben wij in Nederland overgehouden van de Franse tijd?

Slide 46 - Question ouverte

Doorgeefvragen
  • Leerlingen vormen groepjes van drie. 
  • Elke leerling krijgt een werkblad. Elke leerling bedenkt een onderwerp waarover een vraag moet worden bedacht. Bestudeer lesboek thema 7 blok 1 t/m blok 4. 
  • Daarna wordt het blad doorgegeven aan de volgende leerling. Deze bedenkt een vraag bij het ingevulde onderwerp. 
  • Weer wordt het blad doorgegeven. De derde leerling vult het antwoord in.
  • Tenslotte wordt het blad teruggegeven aan de eigenaar.  De oplossingen
  • (vragen en antwoorden) worden in het drietal besproken. 
timer
13:00

Slide 47 - Diapositive

Thema 8: Hoe vrij ben jij?
Blok 1, les 3: Franse volk eist vrijheid

Deelvraag:Leidde de Franse Revolutie tot meer vrijheid?

Slide 48 - Diapositive