Medicatieles 8+9 psychofarmaca en anti-epileptica

Medicatieles 9
psychofarmaca en anti-epileptica
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
medicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Medicatieles 9
psychofarmaca en anti-epileptica

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewenning is....
A
Dezelfde dosering werkt niet meer voldoende
B
zowel lichaam als geweest zijn afhankelijk geworden
C
medicijnen versterken elkaar
D
is een veel voorkomende bijwerking en komt vaak voor in de vorm van diarree

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaving is....
A
Dezelfde dosering werkt niet meer voldoende
B
zowel lichaam als geweest zijn afhankelijk geworden
C
medicijnen versterken elkaar
D
is een veel voorkomende bijwerking en komt vaak voor in de vorm van diarree

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een enterale toediening is...
A
vaseline
B
zetpil
C
oordruppels
D
neusspray

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicatie in poedervorm moet je altijd in grote hoeveelheden water oplossen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychofarmaca

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij al over psychofarmaca?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychofarmaca
Alle medicatie waarbij er sprake is van het beïnvloeden van de psyche van de mens. Dus ook wel gedragsmedicatie.

Denk hierbij een kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen en anti-psychotica.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychofarmaca
Al deze middelen hebben effect op onze centrale zenuwstelsel.

Voorzichtigheid is dus geboden.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychofarmaca
Psychofarmaca zijn nooit de oplossing alleen.
Alle gedragsfactoren moeten in kaart worden gebracht.

Vereist een multidisciplinaire aanpak.

Moet regelmatig worden geëvalueerd.

Kan ook met dwang worden toegediend, mits alle voorwaarden voldaan.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pscychofarmaca
Medicatie die invloed heeft op onze neurotransmitters en receptoren

  • Een zenuwcel geeft onder invloed van prikkeling info door  naar de andere zenuwcel:                   - zenuwcel scheidt een chemische stof af de neurotransmitter --> neurotransmitter bindt zich aan een receptor op de volgende zenuwcel --> zenuwcel wordt geprikkeld --> informatieoverdracht heeft plaatsgevonden

Slide 11 - Diapositive


filmpje vanaf 0:31 min tot 1:46 min

Psychofarmaca is in 4 groepen te verdelen
1.  Antipsychotica
2. Antidepressiva en stemminingstabilisatoren
3. Benzodiazepines
4. Psychostimulatie 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antidepressiva
  • Doel: 
- Verminderen van depressies. Kan ook worden gebruikt bij sommige angststoornissen en fobieën
  • Hoe de medicatie precies werkt is niet te zeggen --> in bepaalde hersengebieden verhoogd het medicijn de activiteit van de neurotransmitters

  • Bijwerkingen:
- sufheid en slaperigheid
- hoofdpijn                                     - transpireren
- droge mond
- in zeldzame gevallen: een toename van suïcide pogingen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benzodiazepine
  • Angst dempende middelen
  • Slaapmiddelen

  • Werking: vooral geschikt voor korte termijn, er is gevaar voor verslaving

  • Bijwerkingen:
- sufheid en slaperigheid
- spierverslapping
-  verminderd bewustzijn
- afhankelijkheid

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antipsychotica
  • Onderdrukt wanen en hallucinaties. Wordt gebruikt bij psychotische stoornissen en/of dementie met psychotische kenmerken
  • Alle middelen werken anti psychotisch en kalmerend
  • Werkt door de transmissie van dopamine te blokkeren
  • Anti psychotisch werkt niet genezend

Bijwerkingen:

- sufheid                                           - vervlakking van gevoelens
- seksuele stoornissen              - gewichtstoename
- tardieve dyskinesie (ongecontroleerde bewegingen/bewegingsstoornissen, vooral in het gezicht)


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stemmingsstabilisatoren
  • Stabiliseert de stemming van een cliënt, bedoeld voor bijv. bipolaire stoornis en/of manie

  • Hoe de medicatie precies werkt is niet te zeggen

  • Bijwerkingen:
- per middel afhankelijk
- belangrijk om het bloed te laten controleren

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
  • Psychofarmaca kunnen niet zomaar worden gestopt
  • Plotseling staken leidt tot ernstige lichamelijke- en psychische klachten

Bijvoorbeeld:
- ontwenning
- slapeloosheid
- ernstige gedragsstoornissen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwerkingen
  • Een ongewenst effect dat ontstaat als gevolg van het gebruik van het middel
  • Het optreden van bijwerkingen is niet altijd een teken van overdosering. Soms zijn bijwerkingen onvermijdelijk
  • Zowel het optreden van het gewenste effect als het optreden van bijwerkingen zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de dosering
  • vaak onprettig maar niet altijd....

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaving
  • Bij verslaving is 'willen' veranderd in 'moeten'. een ander woord voor verslaving is 'afhankelijkheid'. Afhankelijk kun je opdelen in geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid. Hierbij verlangt de gebruiker steeds sterker naar het middel en voelt zich eigenlijk niet meer prettig zonder.

  • Drugs kan worden ingedeeld in:
- stimulerend 
- verdovend
- bewustzijn veranderend

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wordt er bij jou op de werkplek psychofarmaca gebruikt?
Ja
Nee

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Anti-epileptica

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over epilepsie?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicijnen bij epilepsie

  • Anti-epileptica onderdrukken epileptische aanvallen en kunnen het optreden van aanvallen verminderen. 

2 soorten : aanvalsmedicatie en onderhoudsmedicatie
Aanvalsmedicatie = tijdens de aanval
Onderhoudsmedicatie = bv 1 a 2 keer daags een tablet.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanvalsmedicatie
Wordt toegediend tijdens een insult (epileptische aanval)
Doel van deze medicatie is het stoppen van het insult

Wordt ook wel coupeer/noodmedicatie 
genoemd. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderhoudsmedicatie
Effect is pas na enkele weken (soms wel maanden!) merkbaar
Geleidelijk opbouwen ivm bijwerkingen

bijwerkingen: gevoel van dronkenschap, duizeligheid, hoofdpijn, slaperigheid, traagheid, misselijkheid, verminderde eetlust
altijd op een vast tijdstip innemen en voorkeur tijdens de maaltijd

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een cliënt met epilepsie krijgt standaard bij de medicatieronde aanvalsmedicatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde :)
  1. Werkboek inleveren op ELO voor  maandag 8 november 2021
  2. GEEN toets
  3. Evaluatieformulier -> zie chat

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions