Stijlstrategie 6 en 7

WELKOM
3 Kader
Welkom
4Va

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom
4Va

Slide 1 - Diapositive

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 
Je kunt persoonsvormen in zinnen herkennen.
Je kunt zinsdelen samentrekken.
Je weet wat stijlfiguren zijn en kunt ze herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Hans Sievez uit de vijfde klas schreeuwde noch rende, begaf zich met de oude boodschappentas van zijn moeder naar zijn vaste plek terzijde van de drukte, tussen de ingang en de muur die het schoolplein omsloot.
Noteer de persoonvormen uit deze zin.

Slide 4 - Question ouverte

Hans Sievez uit de vijfde klas schreeuwde noch rende, begaf zich met de oude boodschappentas van zijn moeder naar zijn vaste plek terzijde van de drukte, tussen de ingang en de muur die het schoolplein omsloot.

Welk zinsdeel wordt hier samengetrokken?

Slide 5 - Question ouverte

David opende om precies kwart voor acht de knarsende deur van de barbierszaak, draaide, terwijl het belletje nog rinkelde, het bordje van ‘dicht’ naar ‘open’, pakte het Rotterdamsch Nieuwsblad van de grond, opende de kassa, zette de ketel op voor koffie en knoopte zijn schort voor.
Noteer de persoonsvormen uit deze zin.

Slide 6 - Question ouverte

David opende om precies kwart voor acht de knarsende deur van de barbierszaak, draaide, terwijl het belletje nog rinkelde, het bordje van ‘dicht’ naar ‘open’, pakte het Rotterdamsch Nieuwsblad van de grond, opende de kassa, zette de ketel op voor koffie en knoopte zijn schort voor.

In deze zin wordt het zinsdeel David samengetrokken (zie ook theorie 7, het
nevenschikkend verband). Hoe vaak wordt het zinsdeel David samengetrokken?

Slide 7 - Question ouverte

Bekijk en beluister  filmpje Epke Zonderland wins gold on high bar 2.31). 

  • Richt je aandacht op het gesproken commentaar van journalist van Hans van Zetten.
  • Hans van Zetten gebruikt twee verschillende omschrijvingen voor Epke Zonderland. Noteer beide omschrijvingen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Noteer hier de twee omschrijvingen
voor Epke Zonderland.

Slide 10 - Question ouverte

Stijlfiguren

Stijlfiguren kunnen een tekst mooier, opvallender, spannender maken.

Slide 11 - Diapositive

Een woordspeling maakt
gebruik van dubbelzinnigheid van woorden en zinnen.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waarom gebruiken kranten, reclames woordspelingen?

Slide 15 - Question ouverte

Ellips (weglating)
Een ellips is een vorm van formuleren waarbij je een deel van de tekst weglaat, maar op zo’n manier dat de lezer nog steeds begrijpt wat je bedoelt.

Hoe dan ook, lang verhaal kort: het plan gaat niet door.
Eind goed, al goed.
Heb je ook zin in een patat met?
De hond of de kat heeft geplast in de gang.


Tekst

Slide 16 - Diapositive

Eufemisme
- Een eufemisme is een manier om iets verzacht uit te drukken. -   Door een eufemisme te gebruiken kan je iets wat onaardig is 
  zeggen of schrijven zonder dat het onaardig, gruwelijk of vies
  klinkt. 

Hij is helaas niet meer onder ons.

Slide 17 - Diapositive

Dysfemisme
Een dysfemisme is een stijlfiguur waarbij iets of iemand kwetsender, grover, viezer en/of aanstootgevender wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. 

De bedoeling is in het algemeen om bepaalde gevoelens zo negatief mogelijk te verwoorden. 



Leraar: “Anton is verbaal zeer begaafd en goed te verstaan”

Ouder:” Bedoelt u dat hij een grote bek heeft?

Slide 18 - Diapositive

Hyperbool
Een hyperbolische uitspraak is een extreme overdrijving. 
"Snap je het nu nog niet? Ik heb het je al duizend keer uitgelegd!"

Slide 19 - Diapositive

Pleonasme en tautologie

Slide 20 - Diapositive

Alliteratie 
Alliteratie wordt ook wel beginrijm genoemd. Het gaat bij alliteratie om dezelfde beginletters (medeklinkers) van woorden. Bij merknamen en in reclame wordt er veel gebruik gemaakt van alliteratie.

Merknamen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Maak opdrachten 14 en 15 blz. 28 en blz. 29

Klaar?
Maak de eindopdracht op blz. 32
timer
20:00

Slide 23 - Diapositive

Waar wil je de volgende les uitleg over?

Slide 24 - Question ouverte