* Je kunt de levensfasen en een aantal kenmerken daarbij noemen
* Je kunt uitleggen door welke stoffen in je lichaam je verandert en hoe doe stoffen werken * Je kunt beschrijven hoe je groeit
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
10.1 Opgroeien
Lesdoelen:
* Je kunt de levensfasen en een aantal kenmerken daarbij noemen
* Je kunt uitleggen door welke stoffen in je lichaam je verandert en hoe doe stoffen werken * Je kunt beschrijven hoe je groeit
Slide 1 - Diapositive
Levensfasen:
- baby 0-1,5 jaar - peuter 1,5-4 jaar - kleuter 4-6 jaar - (school)kind 6-12 jaar - puber 12-17 jaar - jongvolwassene 17-21 jaar - volwassene 21-60 jaar - oudere 60 jaar en ouder
Slide 2 - Diapositive
In welke fase zit je als je 3 jaar bent?
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Kind
Slide 3 - Quiz
Hoe oud ben je als je jongvolwassene bent?
A
17-21 jaar
B
12-17 jaar
C
21-60 jaar
D
6-12 jaar
Slide 4 - Quiz
Levensfasen
Bij iedere levensfase vindt er verandering plaats, dit noem je ontwikkeling. Twee soorten ontwikkeling: - Lichamelijke ontwikkeling - Geestelijke ontwikkeling
Slide 5 - Diapositive
Stoffen waardoor je verandert
- Hormonen - Deze worden gemaakt in de hormoonklieren.
- Een belangrijk hormoonklier is de hypofyse, deze zit onder aan je hersenen
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat is een hormoonklier?
A
Nier
B
Lever
C
Hypofyse
D
Lymfeklier
Slide 8 - Quiz
10.2 Puberteit
Leerdoelen: - Je kunt beschrijven hoe je lichaam tijdens de puberteit verandert. - Je kunt uitleggen wat transgender zijn betekent.
Slide 9 - Diapositive
Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken: heb je vanaf de geboorte en zijn bepalend of je een qua kenmerken een meisje of een jongen bent bijv. penis en vagina
Secundaire geslachtskenmerken: Kenmerken die je ontwikkelt tijdens de puberteit bijv. baard in de keel, borsten
Slide 10 - Diapositive
Waar hoort de penis bij?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
Slide 11 - Quiz
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
D
Geen van beide
Slide 12 - Quiz
Geef een voorbeeld van een secundair geslachtskenmerk
Slide 13 - Question ouverte
Andere veranderingen
- Groeispurt -Huid wordt vettiger door extra talg; jeugdpuistjes Poriën raken verstopt en hierdoor ontstaan kleine zwarte puntjes (mee-eters)
Als hier bacteriën in gaan groeien ontstaan er puistjes ook wel acne.
- Zweet gaat meer ruiken - Veranderende gevoelens
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Transgender
- Geslacht is niet gelijk aan zijn of haar gevoel en gedrag
TRANSSEKSUEEL - Veranderink van geslacht dmv operaties
TRAVESTIET - Verkleedt zic af en toe
Slide 16 - Diapositive
Een transgender is altijd homoseksueel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Een transgender speelt graag iemand van het andere geslacht.
timer
0:10
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
10.3 Relaties
Leerdoelen: - Je kunt uitleggen welke relaties er zijn en welke normen en waarden je daarbij kunt hebben - Je kunt 3 soorten liefdesrelaties opnoemen en uitleggen - Je kunt beschrijven wat geslachtsgemeenschap is en hoe je seksueel opgewonden raakt
Slide 19 - Diapositive
Wat zijn waarden en normen?
Slide 20 - Question ouverte
Relaties
- Heteroseksueel - Homoseksueel : homo of lesbisch - Biseksueel: je wordt zowel op jongens als op meisjes verliefd
Leerdoelen: Je kunt de meest voorkomende soa's beschrijven en je kunt uitleggen hoe je ze krijgt Je kunt uitleggen wat je moet doen als je een soa hebt Je kunt uitleggen hoe je een soa voorkomt Je kunt beschrijven hoe je besmet raakt met het aidsvirus en wanneer er sprake is van aids