H3.2 lineaire grafiek bij een formule

Welkom
Pak alvast je.... 
  1. Boek blz. 133 (Kader) 125 (TL)
  2. Potlood & Geodriehoek
  3. Rekenmachine
Hoofdstuk 3  Formules en Grafieken
§ 3.2 Lineaire grafiek bij een formule


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak alvast je.... 
  1. Boek blz. 133 (Kader) 125 (TL)
  2. Potlood & Geodriehoek
  3. Rekenmachine
Hoofdstuk 3  Formules en Grafieken
§ 3.2 Lineaire grafiek bij een formule


Slide 1 - Diapositive

Deze les 
5 min - Nakijken/bespreken 3.1 (huiswerk opdrachten)
5 min - uitleg 3.2 (Theorie B)
10 min - zelfstandig werken (Theorie B)
5 min - uitleg 3.2 (Theorie C)
15 min - zelfstandig werken (Theorie C + huiswerk)
5 min - afsluiting van de les. 

Slide 2 - Diapositive

Nakijken blz. 129

Slide 3 - Diapositive

Nakijken blz. 131

Slide 4 - Diapositive

Nakijken blz. 131

Slide 5 - Diapositive

Theorie B - Verbanden - blz. 133
Deze begrippen moet je leren en begrijpen:
- formule
- verband
- variabele
- eenheden

Slide 6 - Diapositive

- formule 
WAT ?
HOE ?

Slide 7 - Diapositive

- formule 
- verband 
--> Inkomsten en tijd hebben iets met elkaar te maken. 
Hoe langer je werkt hoe meer inkomsten je hebt. 

Slide 8 - Diapositive

- formule 
- verband 
- variabele(n)
Je kunt voor tijd allemaal getallen invullen, daardoor is tijd in uren een variabele. Ook de inkomsten zijn telkens anders.

Slide 9 - Diapositive

- formule                                          Je kan meten in...
- verband                                           tijd --> uren, minuten, jaren,...
- variabele                                  inkomsten --> €, dollar, ponden,...
- eenheden

Slide 10 - Diapositive

Een woordformule korter schrijven


Als je de formule korter schrijft gebruik je de letters van de variabelen.


I=inkomsten in € en t= tijd in uren





I=2,50+6x
xt? keer of x

Slide 11 - Diapositive





I=inkomsten in € en t= tijd in uren

De eenheden schrijf je onder de formule.
I=2,50+6t 
Tussen een cijfer en een letter komt nooit een x!

Slide 12 - Diapositive

Wat is de formule met letters bij deze formule?
A
€ = 25 + 130w
B
I = 25 + 130t
C
€ = 25 + 130t
D
I = 25 + 130xw

Slide 13 - Quiz

Kader 

Maak 
 10 , 11 en 12 (Theorie B)

Klaar?
Laat zien en ga daarna verder met opdracht 13 en 14.


Kader Excellent

paragrafen 3.2 & 3.3 (opgave 22 t/m 34 vanaf blz. 131)
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Theorie C - blz.136
Formule: 

K= 10 +0,05t                                        (weet je het nog?)
K= kosten in €
t= tijd in minuten


stijggetal
Begingetal

Slide 16 - Diapositive

richtingscoëfficiënt --> rc
Formule: 

K= 10 +0,05t                          
K= kosten in €
t= tijd in minuten


rc = 0,05
Begingetal

Slide 17 - Diapositive

Theorie C - blz.136
Formule: 

l=35-3t                                                  (weet je het nog?)
l= lengte in cm
t= tijd in uur


daalgetal
Begingetal

Slide 18 - Diapositive

richtingscoëfficiënt --> rc
Formule: 

l=35-3t                                               
l= lengte in cm
t= tijd in uur


rc = -3
Begingetal

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Kader 

Maak 
16 , 17 en 18 (Theorie C)

Klaar?
Laat zien en ga daarna verder met opdracht 20,21,22 en 23


Kader Excellent

paragrafen 3.2 & 3.3 (opgave 22 t/m 34 vanaf blz. 131)
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Tot vrijdag!

Slide 23 - Diapositive