naamwoordelijk gezegde

Wat is het naamwoordelijke deel van het gezegde?
Annemarie was een prachtige bruid
A
Annemarie
B
was
C
een prachtige bruid
D
was een prachtige bruid
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Wat is het naamwoordelijke deel van het gezegde?
Annemarie was een prachtige bruid
A
Annemarie
B
was
C
een prachtige bruid
D
was een prachtige bruid

Slide 1 - Quiz

Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Is de Braziliaan Pelé volgens velen de beste voetballer aller tijden?

Slide 2 - Question ouverte

Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Zou die speelfilm over de Zeeuwse watersnood inderdaad zo spannend zijn?

Slide 3 - Question ouverte

Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Recreatie wordt daarentegen een belangrijker vorm van vrijetijdsbesteding.

Slide 4 - Question ouverte

Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Jarenlang is Sneeuwwitje de verzorgster van de zeven dwergen gebleven.

Slide 5 - Question ouverte

Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Waren Hans en Grietje in het sprookje eigenlijk een tweeling?

Slide 6 - Question ouverte

Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Waarom werden Klein Duimpje en zijn broers in het bos achtergelaten?
A
werden
B
werden achtergelaten
C
werden in het bos
D
Er is geen Naamwoordelijk gezegde.

Slide 7 - Quiz

Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Tot haar verdriet werd Rapunzel jarenlang opgesloten in een hoge toren.

A
werd opgesloten
B
werd Rapunzel jarenlang opgesloten
C
werd jarenlang opgesloten in een hoge toren
D
Er is geen Naamwoordelijk gezegde.

Slide 8 - Quiz

Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Na Assepoesters huwelijk met de prins bleken haar stiefzusters erg jaloers.
A
bleken
B
bleken jaloers
C
er is geen naamwoordelijk gezegde
D
bleken erg jaloers

Slide 9 - Quiz

Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Robs jonger zus blijkt een goede volleybalster te zijn.
A
blijkt te zijn
B
blijkt volleybalster te zijn
C
blijkt een goed volleybalster te zijn
D
blijkt

Slide 10 - Quiz

Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Noah schijnt later graag een bekende acteur te willen worden.
A
schijnt een bekende acteur te willen worden
B
willen worden
C
schijnt te willen worden
D
schijnt acteur te willen worden

Slide 11 - Quiz

Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Dat verhaal van Melinde komt me erg bekend voor.
A
komt voor
B
komt me erg bekend voor
C
komt
D
komt erg bekend voor

Slide 12 - Quiz

Ik kan het Naamwoordelijk gezegde van een zin vinden.
A
altijd
B
nooit

Slide 13 - Quiz