Naamwoordelijk gezegde H4

Naamwoordelijk gezegde
Neem voor je bladzijde 118

Lesdoel: Aan het einde van de les kunnen wij het naamwoordelijk gezegde vinden in een zin.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Naamwoordelijk gezegde
Neem voor je bladzijde 118

Lesdoel: Aan het einde van de les kunnen wij het naamwoordelijk gezegde vinden in een zin.

Slide 1 - Diapositive

Theorie
Wij gaan de theorie lezen en de instructievideo kijken.
Dit is een herhaling van de vorige les

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 1
Noteer op de volgende dia's onderwerp en naamwoordelijk gezegde.

Slide 3 - Diapositive

Voor haar leeftijd blijft Daniela nog altijd vrij klein

Slide 4 - Question ouverte

Dat verhaal van Melinde komt me bekend voor

Slide 5 - Question ouverte

Aan het eind van groep 8 bleek de CITO-toets behoorlijk pittig voor Elsie

Slide 6 - Question ouverte

Is de Braziliaan Pele volgens velen de beste voetballer aller tijde?

Slide 7 - Question ouverte

In het begin lijken de deelnemers aan deze quiz altijd een beetje verlegen.

Slide 8 - Question ouverte

Een iPad dunkt me voor een student een bijzonder nuttig verjaardagscadeau.

Slide 9 - Question ouverte

Aan de slag
Maak nu zelf opdracht 2 t/m 4.

Klaar?
  1. Bedenk nu zelf 5 zinnen met een naamwoordelijk gezegde
  2. Lezen
timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 2
1
ow = hun werk
ng = moet [hun belangrijkste hobby] zijn
2
ow = De boeken van Carry Slee
ng = zijn [enorm populair]
3
ow = Noah
ng = schijnt [een bekende acteur] te willen worden



4
ow = die nieuwe speelfilm over de Zeeuwse watersnood
ng = Zou [zo spannend] zijn
5
ow = spelers
ng = kunnen [terneergeslagen] blijven
6
ow = weinig atleten
ng = zullen [zo ervaren als deze sprinter] worden

Slide 11 - Diapositive

1
ow = Nederlanders
wg = besteden
2
ow = vooral televisiekijken en internetten
ng = zijn [populair]
3
ow = Het onderhouden van sociale contacten
ng = is [een goede tweede]

ow = de tijd daarvoor
wg = neemt af
5
ow = Recreatie
ng = wordt [een belangrijker vorm van vrijetijdsbesteding]
6
ow = je
wg = moet denken
7
ow = veel Nederlanders
ng = blijken [actief] te zijn

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 4
ow = Klein Duimpje en zijn broers
wg = werden achtergelaten
ow = Sneeuwwitje
ng = is [de verzorgster van de zeven dwergen] gebleven
ow = de twee kinderen
wg = waren aan het knabbelen
ow = Doornroosje en de andere kasteelbewoners
wg = bleven slapen

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 4
ow = De molenaarsdochter
wg = bleek te kunnen spinnen
ow = Hans en Grietje
ng = Waren [een tweeling]
ow = Rapunzel
ng = werd opgesloten
ow = haar stiefzusters
ng = bleken [erg jaloers]

Slide 14 - Diapositive