Onderdeel 2: Cursus 6 Formuleren Paragraaf 1: Herhaling leerjaar 1 (editie 7)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Cursus 6 Formuleren

Paragraaf 1: Herhaling leerjaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen Formuleren leerjaar 1. Weet je het nog?
   

• Leestekens
• De- en het-woorden
• Verwijswoorden; deze, die, dit dat

1. Zelfstandig aan de slag

Herhalen

Nu:

• Kun je de juiste leestekens op de juiste plekken gebruiken √
• Kun je de en het op de juiste manier gebruiken √
• Kun je de verwijswoorden deze, die, dit dat op de juiste plekken gebruiken. √

Je schrijft namen altijd met een hoofdletter.

1. Waar
2. Niet waar

Met of zonder hoofdletter?

1. maandag
2. Maandag

Met of zonder hoofdletter?

1. Amsterdam
2. amsterdam

Met of zonder hoofdletter?

1. Maaike
2. maaike

Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een...

1. Punt, vraagteken of een uitroepteken
2. Punt
3. Uitroepteken
4. Vraagteken

Aan het eind van een vraagzin zet je een....

1. Punt
2. Uitroepteken
3. Vraagteken
4. Komma

Terwijl … inwoners van Schiedam rustig lagen te slapen, ontstond er midden in het dorp plotseling een krater van 25 meter diep.

1. de
2. het

… gat is veertig meter lang en dertig meter breed. Wonder boven wonder is er niemand gewond geraakt.

1. de
2. het

Wel raakten veel huizen zwaar beschadigd en moesten … dorpsbewoners worden geëvacueerd.

1. de
2. het

Lesdoel:

Aan het einde van de les:

Is je geheugen opgefrist over:

• Leestekens
• De- en het-woorden
• Verwijswoorden: deze, die, dit, dat

HOOFDLETTERS

Wanneer gebruik je hoofdletters:

• Je begint iedere zin met een hoofdletter.
• Namen 
• Merknamen 
• Aardrijkskundige namen 
• Feestdagen 

Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

De of het?

Het:

Woorden met het lidwoord 'het’ zijn altijd onzijdig (o).

De:
Woorden met het lidwoord 'de' zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v).

Als je wilt weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is, kun je in een woordenboek of woordenlijst opzoeken of een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is.

Verwijswoorden

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig Cursus 6: Formuleren, Paragraaf 1: Herhaling leerjaar 1.

 Je mag overleggen.

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 2 minuten help ik niet)

Je krijgt hier 20 minuten tijd voor  

Klaar? 

Lezen in je leesboek/tijdschrift.

Afsluiten:

Nu:

Is je geheugen opgefrist over:

• Leestekens √
• De- en het-woorden √
• Verwijswoorden: deze, die, dit, dat √