klas 2 KB 16-2-2023

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• telefoon in de telefoonbak, staat die uit?
• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:

• leesboek
• lesboek
  
• schrift
• pen

Wat gaan we deze les doen

• lezen
• verder met werkwoorden (H5, blz. 136 en 137)

Lezen

• Lekker gaan zitten en stil lezen in je leesboek 
• Heb je geen boek bij je, dan pak je het boek Draaistuk!. Kies 1 van de 3 aangegeven verhalen. 

Doel

Na deze les kun je werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over- goed spellen

tt, vt of vd

1. Schrijf de antwoorden in je schrift.

2. Alle zinnen klaar? Kijk samen met je buurman/buurvrouw naar jullie antwoorden. Bespreek samen waarom ze goed zijn of waarom ze niet goed zijn.

3. We gaan met elkaar de antwoorden bespreken. 

• Oskar ..... (maken, tt) een film.
  
• Mark .....(kneuzen, tt) zijn elleboog.
  
• De moeder .....(sissen, vt) naar het meisje dat ze haar mond moet houden.
  
• De coach ......(sturen, vt) mij naar huis.
• Ik heb een mooie foto naar mijn moeder ......(sturen, vd)
• Hoe hebben zij die wedstrijd ..... (spelen, vd) 

 Hoofdstuk 5 blz 136 en 137

Werkwoorden die beginnen met 

be-, her, over- of ver-

1. Overleg met je buurman/buurvrouw wat op de puntjes moet komen te staan. 

2. We bespreken daarna met elkaar de antwoorden.

geel: fluisterniveau

Overleg met je buurman/buurvrouw

a. verbeteren                                  ...zien                         b. het geheel zien                         ....zien

c. beoordelen                                  ..zien

d. over iets nadenken                  ....denken

e. verzinnen                                      ..denken

f. wantrouwen                                  ...denken

g. vervallen                                        ...lopen

h. te voet afleggen                         ..lopen

i. aansluiten bij de vijand             ....lopen

Hoofdstuk 5, blz 136 en 137

Wat:

Hoofdstuk 5, blz. 136 en 137

Opdracht 2 maken

Hoe:

Met je buurman/buurvrouw

Klaar?

Pak een blad met de werkwoordpuzzel en maak de puzzel 

die daar op staat. Dit mag samen met je buurman/buurvrouw.

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Doel van deze les

Je kunt  werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over- goed spellen.

volgende week

Huiswerk:

maandag 20 februari  af:

Werkwoordspelling, H3, blz. 85:  opdr. 3 t/m 5

Werkwoordspelling, H5, blz 136 en 137: opdr. 1 en 2

Meenemen:

• agenda
  
• lesboek
• schrift
• laptop
• kleurpotloden/stiften voor het maken van een spiekbrief

Toets:

Donderdag 23 februari: toets taalverzorging (werkwoordspelling)