Meervoud -s of 's ?

Het meervoud van LOLLY is
A
lollies
B
lollie's
C
lollys
D
lolly's
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Het meervoud van LOLLY is
A
lollies
B
lollie's
C
lollys
D
lolly's

Slide 1 - Quiz

Het meervoud van GRIJSAARD is
A
grijsaarden
B
grijsaard's
C
grijsaarden
D
grijsaards

Slide 2 - Quiz

Het meervoud van AUTO is
A
auto's
B
autos
C
autoos
D
autoo's

Slide 3 - Quiz

Het meervoud van SKI is
A
skies
B
ski's
C
skie's
D
skis

Slide 4 - Quiz

Het meervoud van PIERCING is
A
piercingen
B
piercen
C
piercings
D
piercing's

Slide 5 - Quiz

Het meervoud van VAKANTIE is
A
vakanties
B
vakantie's
C
vakanti's
D
vakantis

Slide 6 - Quiz

Het meervoud van ZOMBIE is
A
zombie's
B
zombies
C
zombieis
D
zombi's

Slide 7 - Quiz

Het meervoud van APPEL is
A
appel's
B
appels
C
appelen
D
appelens

Slide 8 - Quiz

Het meervoud van PYJAMA is
A
pyjamaas
B
pyjamaa's
C
pyjama's
D
pyjamas

Slide 9 - Quiz

Het meervoud van ACCU is
A
accu's
B
accus
C
accuus
D
accuu's

Slide 10 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
poezie
B
poëzie

Slide 11 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
officieël
B
officieel

Slide 12 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
chaos
B
cha-os

Slide 13 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
ruine
B
ruïne

Slide 14 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
meeëter
B
mee-eter

Slide 15 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
bacteriën
B
bacterieën

Slide 16 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
geërgerd
B
geergerd

Slide 17 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
tweeëntwintig
B
tweëentwintig

Slide 18 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld:
A
realistisch
B
rëalistisch

Slide 19 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld (hoofdletter):
A
Kerstman
B
Kerst

Slide 20 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld (hoofdletter):
A
Barokperiode
B
barokperiode

Slide 21 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld (hoofdletter):
A
maandag
B
Maandag

Slide 22 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld (hoofdletter):
A
Zuid-frankrijk
B
Zuid-Frankrijk

Slide 23 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld (hoofdletter):
A
pinguïn
B
Pinguïn

Slide 24 - Quiz

Kies het woord dat juist is gespeld (hoofdletter):
A
Boeddha
B
boeddha

Slide 25 - Quiz