Spelling H4.8 herhaling Lj1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Herhaling spelling H4.8 

Herhaling: meervoud van zn

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord kan eindigen op -s. 
- de stapel – de stapels 
- het horloge – de horloges 

Je schrijft -'s als je het meervoud verkeerd kunt uitspreken. Dat gebeurt bij woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u en -y. 
- de foto – de foto's 

- de kiwi – de kiwi's 

- de hobby – de hobby's

Juist of onjuist?
Meervoud van drama is: dramas

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van zombie is: zombie's

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van moskee is: moskees

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van lolly is: lolly's

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van chocoladevla is: chocoladevla's

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van scooteraccu is: scooteraccu's

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van dame is: dame's

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist?
Meervoud van dropdownmenu is: dropdownmenu's

1. juist
2. onjuist

Meervoud van:
watertaxi

1. taxis
2. taxies
3. taxi's
4. taxy's

Meervoud van: voetbalarena

1. voetbalarena's
2. voetbalarenaas
3. voetbalarenas
4. voetbalarenaa's

Meervoud van: trofee

1. trofees
2. trofee's
3. trofeën
4. trofeeën

Meervoud van: portie

1. portie's
2. portiën
3. porties
4. portie

Meervoud van: pyjama

1. pyjama
2. pyjama's
3. pyjamaas
4. pyjamaa's

Meervoud van: televisiedominee

1. televisiedominee's
2. televisiedominee
3. televisiedominees
4. televisiedomineeën

Zet de zelfstandig naamwoorden van deze zin in het meervoud:
Op onze website vind je een leuke video.

Herhaling: zwakke werkwoorden (wel)

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:

Je kijkt naar de stam;

Zit de laatste letter in x 't kofschip? +te(n)

enkelvoud	stam + -te
ik/jij/hij/zij	lust te , fiets te

meervoud	stam + -ten
wij/jullie/zij	lust ten , fiets ten

Zwakke werkwoorden (niet)

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:

enkelvoud	stam + -de
ik/jij/hij/zij	speelde, herhaalde

meervoud	stam + -den
wij/jullie/zij	speelden, herhaalden

Zet het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd:
We (beleven) een spannende strijd.

1. beleefde
2. belevde
3. belevden
4. beleefden

Zet het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd:
De modellen (kletsen) over hun uiterlijk.

1. kletste
2. kletsten
3. kletst
4. kletsde

Zet het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd:
Onderzoekers (ontdekken) een nieuwe vliegende gekko in India.

1. ontdekken
2. ontdekte
3. ontdekt
4. ontdekten

Zet het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd:
De man (turen) door het raam.

1. tuurt
2. tuurte
3. tuurde
4. turde

Vervoeg het ww tussen haakjes:
De leerling (melden) zich bij de conciërge.

Hoe goed beheers je deze stof?

😒🙁😐🙂😃