Drinkwater wordt meestal gemaakt van grondwater.
Soms wordt drinkwater gemaakt van oppervlakte-water.
Oppervlakte-water moet heel goed worden schoongemaakt.
– In een spaarbekken zakken vaste deeltjes naar de bodem.
– Een grote zeef haalt stukjes vuil uit het water.
– Chloor, ozon of uv-straling maken bacteriën dood.
– Door adsorberen aan koolstof gaan dode bacteriën uit het water.
– Het water gaat door een filter met hele kleine gaatjes.
– Het waterbedrijf controleert of het water goed schoon is.
Van zeewater kun je drinkwater maken door destilleren.
Door destilleren krijg je zuiver water.
Destilleren is een dure manier van drinkwater maken.