Voorbereiding Toets BTE PR2

• Beeldende vorming
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

VOORBEREIDING 

TOETS PR2

KLEUR

COMPOSITIE

VORM, STRUCTUUR EN TEXTUUR

TOETSSTOF PR2

H3.2 Vormgeving Compositie

 H3.3 Vormgeving Kleur

 H3.4 Vormgeving Vorm, textuur & structuur

TIP 1

Neem de paragrafen GOED door! HOE?

• STAMP en HERHAAL de begrippen.
• BEKIJK de afbeeldingen.
• MAAK oefenvragen uit je werkboek.
• OEFEN EN HERHAAL de LESSONUPS en gemaakte AANTEKENINGEN

 ( controleer ook je antwoorden op Classroom met het antwoordenboekje)

Je kunt ook oefenen middels de digitale licentie via de ELO. ( hier staan filmpjes en oefeningen) 

TIP 2

Vragen over een kunstwerk kunnen gaan over

de inhoud/het verhaal/de voorstelling

          of over de vormgeving.

KEN DIT VERSCHIL!

DUS

VOORSTELLING: dan vertel je in je antwoord gewoon WAT je ziet. ( bijv: lachende aapjes, bloeiende bloemen, voorovergebogen houding van de man, donkere wolken etc.) 

VORMGEVING: dan vertel je HOE een kunstwerk is opgebouwd a.d.h.v. VORMGEVINGSASPECTEN. ( bijv: KLEUR: er is een warm-koud contrast zichtbaar en dit creëert diepte) 

TIP 3

ANTWOORD DUIDELIJK en BEKIJK GOED de afbeelding!

Het is groot OF de bomen zijn groot

Het is hard OF het materiaal is hard

Aan zijn gezicht OF zijn mond is scheefgetrokken / hij heeft zijn ogen dichtgeknepen

(2e antwoord is hierboven goed) 

KORTOM: DUIDELIJK, FEITELIJK EN GEDETAILLEERD ANTWOORDEN!

Vage antwoorden zijn altijd FOUT.

TIP 4

Lees de vraag goed, bekijk de afbeelding en controleer of je antwoord feitelijk, gedetailleerd en volledig is.

TIP 5

 Weet hoeveel punten je kunt verdienen (aantal punten = aantal elementen in je antwoord)

TIP 6

Geef volledig antwoord. Denk aan de toevoeging van een extra woord: bij voorstelling bijv. niet alleen 'boom', maar 'tropische boom' en bij vormgeving niet alleen 'kleur' maar bijv. 'warme kleuren'.

- Indien er specifiek om een aspect wordt gevraagd noteer dan altijd eerst het aspect. Wanneer er bijvoorbeeld om een vormgevingsaspect wordt gevraagd. Noteer dan eerst het vormgevingsaspect en geef daarna uitleg bijv.:

→ KLEUR: ........

of VORM: ............

EXTRA TIPS

- Je kent alle begrippen van de hoofdstukken Kleur, vorm en compositie en je kunt deze begrippen toepassen. 

- Je kent de verschillende composities en kunt deze  beschrijven a.d.h.v. een afbeelding/kunstwerk. 

- Je kent de verschillende kleurcontrasten en kunt deze beschrijven a.d.h.v. een afbeelding/kunstwerk. 

- Je kent verschillende vorm(contrasten) en kunt deze beschrijven a.d.h.v. een afbeelding/kunstwerk. 

TOT SLOT

De moeilijke begrippen ronde!

Dynamiek

Een dynamisch effect=het idee geven dat er beweging in een kunstwerk zit. 

Dit kun je creëeren door bijv. contrasten te gebruiken in je kunstwerk. 

Denk aan vormcontrasten ( open/gesloten of organisch/geometrisch) of kleurcontrasten ( licht-donkercontrast)

Geënsceneerd

Geënsceneerde kunst zijn kunstwerken/foto's waarbij de situatie en omgeving in scène is gezet.

Dus niet écht naar de werkelijkheid, maar een gecreëerde werkelijkheid (het lijkt vaak wel echt) 

Optische kleurmenging

Wanneer een kunstenaar kleuren vlak naast elkaar zet mengen je ogen de keuren samen. 

Contrast

Een ander woord voor een contrast is een tegenstelling. 

Binnen kunstwerken kun je vormcontrasten herkennen, maar ook kleurcontrasten.