Waarde van geld

H1.4 De waarde van geld
     Lesdoelen:

  • Welke vier waardes heeft geld?
  • Welke drie functies heeft geld?
  • Welke soorten geld zijn er?
     Programma
  • Terugblik par. 1.3
  • Uitleg par. 1.4
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1.4 De waarde van geld
     Lesdoelen:

  • Welke vier waardes heeft geld?
  • Welke drie functies heeft geld?
  • Welke soorten geld zijn er?
     Programma
  • Terugblik par. 1.3
  • Uitleg par. 1.4

Slide 1 - Diapositive

Wat is directe ruil?
A
Ruilen zonder geld
B
Ruilen met geld

Slide 2 - Quiz

Je koopt een shirt in een kledingwinkel en pint het bedrag.
Hier is sprake van:
A
directe ruil
B
indirecte ruil

Slide 3 - Quiz

Waarom zorgt specialisatie voor een verhoogde arbeidsproductiviteit?

Slide 4 - Question ouverte

Paragraaf 1.4
De waarde van geld

Slide 5 - Diapositive

Hoe weet je of een briefje van €20,- echt of nep is?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

4 waardes van geld
  • Nominale waarde; staat op het geld aan gegeven.
  • Intrinsieke waarde; is de materiaalwaarde van het geld (Nominale waarde > intrinsieke waarde, waarom?).

Slide 8 - Diapositive

Par 1.4: 4 waardes van geld
  • Interne waarde; staat voor de hoeveelheid goederen en diensten die je in eigen land met een euro koopt.
  • Externe waardestaat voor de hoeveelheid buitenlands geld die je met een euro koopt.

Slide 9 - Diapositive

Intrinsiek waarde
Nominale waarde

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdrachten
Paragraaf 4, vraag 1 t/m 8 (In deze en volgende les)

Slide 12 - Diapositive