Schrijven 1kgt blok 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Schrijven

Wat gaan we doen?

Je leert teksten schrijven met een doel.

Je leert een tekst te schrijven voor je leeftijdsgenoten.

Je leert hoofdletters en leestekens te gebruiken.

Publiek

Je schrijft je tekst altijd voor een publiek: de mensen waarvan je denkt dat ze jouw tekst gaan lezen.

Schrijf je een tekst voor leeftijdsgenoten anders dan een tekst voor volwassenen?

Ja, ik denk het wel.

Nee, ik denk dat je dat precies hetzelfde doet.

Publiek

Je probeert je tekst af te stemmen op het publiek. 

Naar leeftijdsgenoten, kun je vaak alledaagse taal gebruiken. Als je aan volwassenen schrijft, moet je vaak beleefde taal gebruiken.

Weet je het nog?

De begrippen van lezen zijn ook voor schrijven heel belangrijk.

Wat is het onderwerp?

1. Degene die je tekst gaat lezen.
2. Waar de tekst over gaat.
3. Het doel van de schrijver.
4. Het doel van de lezer.

Wat is het tekstdoel?

1. Degene die je tekst gaat lezen.
2. Waar de tekst over gaat.
3. Het doel van de schrijver.
4. Het doel van de lezer.

Welke tekstsoort hoort bij het tekstdoel 'informeren'?

1. Amuserende tekst
2. Aansporende tekst
3. Informerende tekst
4. Dat kun je niet weten zonder de tekst te lezen

Welke van de volgende woorden is een tekstvorm?

1. Overhalen
2. E-mail
3. Aansporende tekst

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Afspraken over hoofdletters

Je begint elke zin met een hoofdletter.

Je schrijft namen met hoofdletters.

Afspraken over leestekens

Achter een zin met een mededeling schrijf je een punt.

Achter een vragende zin schrijf je een vraagteken.

Achter een uitroep of bevel zet je een uitroepteken.

Wat hoort er op de lege plek?
Pas op_

1. .
2. ?
3. !

Wat hoort er op de lege plek?
Ik ga morgen een wafel kopen in de kantine_

1. .
2. ?
3. !

Wat hoort er op de lege plek?
Ben je van de stoel gevallen_

1. .
2. ?
3. !

Ik snap deze stof.

😒🙁😐🙂😃