H5. Textiel

H5 Textiel
Kleding
Beddengoed
Gordijnen
Vloeren
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H5 Textiel
Kleding
Beddengoed
Gordijnen
Vloeren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Ik kan de verschillende soorten textiel benoemen. 
  • Ik kan bepaalde eigenschappen van textiel verklaren.
  • Ik kan uitleggen waarom de textiel zo'n vervuilende sector is. 
  • Ik kan uitleggen wat alternatieven zijn voor het milieuprobleem van textiel.

Slide 2 - Diapositive

Uit onderzoek is gebleken dat een kledingstuk gemiddeld acht tot negen keer wordt gedragen.
.

Hoe ligt dat in Nederland? 
Hoe ziet dat bij jou eruit? 
Oplossing? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is textiel?
  • Het woord textiel betekent 'alles wat geweven is'.
  • Textiel bestaat uit kortere en langere draden. Die draden noemen we 'vezels'. 
  • Je kunt deze vezels vlechten, breien of aan elkaar knopen. Dan heb je textiel.
  • Je kan de soorten textiel verdelen in drie categorieën. 

Slide 5 - Diapositive

Soorten textiel
Plantaardige vezels
Jute
Jute komt van de juteplant. Jute kan slecht tegen de zon en gaat snel rotten. Er worden matten, zakken en gordijnstoffen van gemaakt.
Hennep
Hennep komt van de hennepplant. Hennep kan goed tegen het weer buiten. Daarom worden er touwen, zeildoeken en brandslangen van gemaakt.
Katoen
Katoen is een natuurlijke stof die je overal ziet (broeken, jasjes shirts). Het wordt gemaakt van de katoenplant.
Linnen
Linnen wordt gemaakt uit vezels van de vlasplant. Linnen is sterker dan katoen en nat linnen is nog sterker. Het kreukt wel snel. Zomerkleding wordt vaak gemaakt van linnen, omdat het lekker koel is.

Slide 6 - Diapositive

Soorten textiel
Dierlijk
Wol
Verschillende dieren hebben wol of haren, waarvan een draad kan worden gemaakt. De meeste wol komt van een schaap, maar er wordt ook wol gemaakt van een geit, een konijn en van een kameel.
Van wol wordt kleding gemaakt en dekens. Wol is erg warm bij het dragen.
Zijde
Zijde komt van de cocons van de zijderups. De cocon is gemaakt van een hele fijne, dunne draad. Deze draad is wel 3000 meter lang. 
Zijde heeft een witte kleur en een mooie glans. Van zijde worden bruisjurken gemaakt, andere kleding en sjaals.

Slide 7 - Diapositive

Soorten textiel
Synthetisch
Acryl
Acryl wordt gemaakt van aardolie gemixt met chemische stoffen. Acryl wordt ook wel nep-wol genoemd. Het voelt aan als wol, maar slijt minder snel. Acryl draagt fijn, want het kriebelt niet.
Lycra of Elasthan
De vezels van lycra zijn zeer elastisch. Lycra heeft veel rek. Het is glanzend en doorzichtig van zichzelf. Het wordt veel gebruikt voor zwemkleding, sportkleding, panties en sokken.
Half-syntetisch: Viscose
Viscose is half-synthetisch. Het komt deels uit de natuur (hout). Dit wordt gemixt met chemische stoffen.
Deze stof zweet niet zo heel veel. Het wordt gebruikt voor jurken, blouses en hemdjes.
Polyester
(spreek uit als polie-ester)
Polyster wordt gemaakt van aardolie, gemixt met chemische stoffen. Door dit te verhitten ontstaan stroperige draden.
Polyster wordt vaak gebruikt voor sportkleding.

Slide 8 - Diapositive

Polyester 
Product uit aardolie.. Maar is het wel zo slecht?
Maak opdracht 19
timer
15:00

Slide 9 - Diapositive

Waarom is deze industrie zo milieuvervuilend? 
Waarom is de uitstoot van CO2 zo hoog? 

Slide 10 - Diapositive

SaXcell
UPSET Textiles
En de kleur dan?
Maak opdracht 18

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen

  • Ik kan de verschillende soorten textiel benoemen. 
  • Ik kan bepaalde eigenschappen van textiel verklaren.
  • Ik kan uitleggen waarom de textiel zo'n vervuilende sector is. 
  • Ik kan uitleggen wat alternatieven zijn voor het milieuprobleem van textiel.

Slide 12 - Diapositive

Er zijn nog tal aan initiatieven
Ga zelf eens op zoek.
Welk initiatief spreekt jou aan? 
Hoe gaat die in zijn werk 

Nog niet af? Dan is dit huiswerk
Bereid daarnaast de experimenten voor (project C).

Slide 13 - Diapositive