Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welkom, fijn dat je er bent!
Slide 1 - Diapositive
We beginnen met het activeren van de voorkennis
Slide 2 - Diapositive
Gebruik je wel eens een woordenboek of het internet om de betekenis van een woord op te zoeken? Wanneer?
Slide 3 - Question ouverte
Welke manieren ken je al om achter de betekenis van een woord te komen?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
In de eerste zin van de tekst staat een woord dat hetzelfde betekent als 'omsingeld'. Welk woord is dat?
Krokodillen omsingelen Australiër
SYDNEY - Australische vissers hebben een man gered die drie dagen lang is belegerd door enorme krokodillen. Dat meldden Australische media vrijdag.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
Als je een tekst leest, kun je woorden tegenkomen die voor jou onbekend zijn. Een onbekend woord kan ervoor zorgen dat je een deel van een tekst niet begrijpt. Als dat zo is, moet je de betekenis van dat onbekende woord achterhalen. Hiervoor kun je een stappenplan voor gebruiken.
Controleer altijd of de door jou achterhaalde betekenis in de tekst past en of je het onbekende woord nu wel begrijpt.
Slide 8 - Diapositive
Stappenplan onbekende woorden
1. Geeft het woord zelf een aanwijzing voor de betekenis?
- Herken je een deel van het woord? - - Bepaal de betekenis op basis van (dat deel van) het woord.
2. Geeft de context een aanwijzing voor de betekenis?
- Staat in de omgeving van het woord een omschrijving waaruit je de betekenis kunt afleiden?
- Wordt er een voorbeeld gegeven waarin een aanwijzing staat voor de betekenis?- Staat er een woord in de tekst dat hetzelfde of juist het tegenovergestelde betekent?
- Is er een afbeelding die een aanwijzing geeft voor de betekenis?
3. Geven het woord en de context geen aanwijzingen? Zoek de betekenis op in een woordenboek of op.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
De context helpt!
Slide 11 - Diapositive
Maken
Thema 2 hoofdstuk 1 lezen
Opdracht 7 en 8
Slide 12 - Diapositive
De goudhandel in Suriname floreert als nooit te voren. Daar is iedereen heel blij mee. Floreert betekent.....
A
ontbeert
B
gaat achteruit
C
bloeit
Slide 13 - Quiz
De immateriële schade valt niet te berekenen. Immateriële betekent.........
A
schade aan spullen, goederen, e.d.
B
geestelijke
C
economische
Slide 14 - Quiz
Waar kun je deze lesstof voor gebruiken? en wat vond je van de les?