Hoe presenteer je?

Presenteren

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Presenteren

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Lesdoel
  • LezenTerugblik
  • Uitleg presenteren
  • Als er tijd over is: werken aan openstaand werk of voorwerk presentatie

  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Jullie kunnen aangeven waar een goede presentatie aan moet voldoen.

  • Je kunt benoemen hoe je  op een boeiende en aantrekkelijke manier moet presenteren.

Slide 3 - Diapositive

Beroepenpresentatie
Je moet je verdiepen in jouw (mogelijk) toekomstige beroep en dat presenteer je in tien minuten met behulp van een PowerPoint/Prezi (minimaal negen minuten, maximaal elf minuten). 
Dat moet inclusief bewijs van het interview via een fragment van maximaal een minuut in dezelfde PowerPoint/Prezi.

--> voor interview hebben we Meer dan lezen § 3 Interview behandeld (door bijna niemand echter  helemaal en echt gemaakt!)

Slide 4 - Diapositive

Noem de naam van één spreker (cabaretier, docent,
bekende etc.) die jij goed vindt. Naar wie luister je graag?

Geef ook twee steekwoorden wat je dan goed vindt.

Slide 5 - Question ouverte

Criterialijst
Waar moet een goede presentatie aan voldoen?

We maken samen een lijst van criteria spreken waarmee we de komende lessen gaan oefenen. We gaan de eerste criteria al in de lijst zetten.

Er zijn criteria die voor de hele klas gelden en er zijn criteria die individueel gelden.

Slide 6 - Diapositive

Onderdeel (voor de hele klas)
Wanneer doe je het goed?
oogcontact
Je hebt constant oogcontact met het publiek voor wie je presenteert.
Duidelijk spreken, articuleren
onderdeel (individueel)

Slide 7 - Diapositive

Video: Wat doet Herman Pleij?

Herman Pleij is hoogleraar historische Nederlandse letterkunde. Zijn specialiteit: de Middeleeuwen. Hoe zagen opvattingen over seksualiteit in de Middeleeuwen eruit in vergelijking met de huidige tijd? Hij schreef er een boek over, getiteld: ‘Oefeningen in genot. Liefde en lust in de late Middeleeuwen’.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht
Wat valt je op aan de presentatie van Herman Pleij?
Welk effect heeft de presentatie op luisteraars/kijkers.

ik zie.....
ik hoor.....
het effect hiervan is.....

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat mist er op de criterialijst?

Noem zowel het onderdeel als wanneer je het goed doet.

Slide 11 - Question ouverte

Spreken voor publiek
  • Publiek luistert en kijkt
  • Boodschap -> wat zeg je en hoe zet je iets.
  • Lichaamshouding, mimiek, gebaren en bewegingen
  • Geloofwaardig en krachtig overkomen
  • Je moet in je verhaal geloven en erachter staan
  • Taalgebruik, stem, houding en contact met publiek.

Wat voegen we toe aan de criterialijst? Eerst enkele tips.

Slide 12 - Diapositive

Stemgebruik
  • Tempo: spreek niet te snel.
  • Intonatie: varieer in toon en leg accenten --> overdrijven mag.
  • Volume: spreek duidelijk en hard genoeg. Varieer in volume.
  • Articulatie: Spreek de woorden goed uit. Oefen de uitspraak van moeilijke woorden. 

Slide 13 - Diapositive

Taalgebruik
  • Pas je taal aan aan je publiek: woordkeus en zinslengte.
  • Gebruik signaalwoorden om verbanden te leggen.
  • Leg moeilijke begrippen uit --> gebruik sprekende voorbeelden.
  • Vermijd stopwoordjes en probeer 'uhhhh...' te voorkomen.

Slide 14 - Diapositive

Houding
  • Sta rechtop en wiebel niet.
  • Leun niet tegen een muur.
  • Zorg dat je gezichtsuitdrukking past bij je verhaal.
  • Maak gebaren met je handen --> blijf wel jezelf.
  • Wees enthousiast.
  • Straal uit dat je verhaal bijzonder en boeiend is.
  • Geloof in jezelf. 

Slide 15 - Diapositive

Contact
  • Kijk je publiek aan en kijk rond.
  • Maak contact met je publiek en houd rekening met reacties.

Slide 16 - Diapositive

Boeiend en aantrekkelijk spreken

Hoe iemand overkomt, heeft uiteraard met de inhoud van zijn verhaal (verbale communicatie) te maken. 
Het hangt echter ook sterk af van de manier waarop hij zich presenteert. 
Bij een spreker bepalen namelijk de manier van spreken en de lichaamstaal (non-verbale communicatie) voor meer dan de helft of de boodschap blijft hangen.


Slide 17 - Diapositive

Zo herken je een boeiende spreker


Een boeiende spreker …
  • trekt met een pakkende opening meteen de aandacht van zijn publiek;
  • illustreert zijn verhaal met aantrekkelijke voorbeelden en leuke anekdotes;
  • heeft een actieve lichaamshouding:
      – toont een opgewekte, vriendelijke gezichtsuitdrukking;
      – ondersteunt zijn verhaal met passende gebaren;


Slide 18 - Diapositive

Boeiende spreken
Een boeiende spreker ...
  • spreekt enthousiast, maar niet te snel of te luid;
  • houdt bij zijn woordkeus en zinsbouw rekening met zijn publiek;
  • maakt contact met zijn publiek:
     – kijkt de toehoorders aan;
     – heeft oog voor de reacties van zijn toehoorders en speelt daarop in;
  • sluit zijn verhaal af met een originele uitsmijter.

Slide 19 - Diapositive

Aantrekkelijk spreken

Hoe je als spreker overkomt, heeft uiteraard te maken met de inhoud van je verhaal. 
Het hangt echter ook sterk af van de wijze waarop je je presenteert. 
Bij boeiend spreken heb je gezien dat je manier van spreken en je lichaamstaal voor meer dan de helft bepalen of je boodschap blijft hangen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Hoe probeert Van Santen zijn presentatie pakkend te openen?
A
Hij maakt de luisteraar nieuwsgierig met een datum en geeft dan een voorbeeld
B
Hij vertelt iets uit de actualiteit
C
Hij geeft aan dat wat hij gaat vertellen van persoonlijk belang is voor de luisteraar
D
Hij stelt vragen die de luisteraar aan het denken zetten

Slide 22 - Quiz

Waarom zou de spreker juist dit voorbeeld hebben gekozen om zijn presentatie mee te openen? Waarom is het een aantrekkelijk voorbeeld?

Slide 23 - Question ouverte

Na zijn uitspraak 'Cultuur kan alleen maar bestaan vanuit beschaving' laat Van Santen een best lange pauze vallen. Waarom zou hij dat doen? Leg uit of je vindt dat dat zijn presentatie beter maakt of niet.

Slide 24 - Question ouverte

Hoe probeert Van Santen zijn presentatie aantrekkelijk af te sluiten?
A
Hij verwijst terug naar de inleiding waar hij mee is begonnen
B
Hij gebruikt een uitsmijter door een woordspeling in te zetten
C
Hij drukt zijn wens uit en gebruikt herhaling om zijn zinnen kracht bij te zetten
D
Hij spreekt een toekomstverwachting uit

Slide 25 - Quiz

Wat was het tekstdoel van deze presentatie? Leg je antwoord uit. Kies uit de vijf vaste tekstdoelen die we kennen.

Slide 26 - Question ouverte

Vond je Edo van Santen een boeiende spreker? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 27 - Question ouverte

criterialijst aanvullen

Slide 28 - Diapositive

Werk voor deze les + huiswerk:
    Openstaand werk afmaken!
    Starten met de opdracht beroepenpresentatie.

    Klaar = in stilte lezen
    Wat niet af is = huiswerk




    Slide 29 - Diapositive

    Ik kan benoemen waar een goede presentatie aan moet voldoen.

    😒🙁😐🙂😃

    Slide 30 - Sondage

    Reflectie:
    Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
    Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren?

    Slide 31 - Question ouverte

    Feedback:
    Wat vond je fijn/goed aan deze les?
    Wat zou je liever anders willen zien?

    Slide 32 - Question ouverte