Instaptoets ww-spelling

Instaptoets ww-spelling
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Instaptoets ww-spelling

Slide 1 - Diapositive

Friso _______ (gaan) altijd naar de sportschool.

Slide 2 - Question ouverte

Inne had haar beste vriendin een ijsje __________ (beloven).

Slide 3 - Question ouverte

De leerlingen liepen al __________ (praten) het klaslokaal in.

Slide 4 - Question ouverte

Ik heb gisteren de bioscoopkaartjes __________ (betalen).

Slide 5 - Question ouverte

Myrthe en Roos __________ (praten) afgelopen week alleen nog maar over het weer.

Slide 6 - Question ouverte

__________ (Peinzen) keek de vrouw over de oceaan.

Slide 7 - Question ouverte

Toch was de __________ (afbranden) autofabriek niet meer te redden.

Slide 8 - Question ouverte

Quint __________ (poetsen) zijn tanden, voordat hij naar school gaat. (tt)

Slide 9 - Question ouverte

Vijf brandweermannen __________ (blussen) de brand in de autofabriek.(vt)

Slide 10 - Question ouverte

De vragen van de docent __________ (beantwoorden) de leerlingen gisteren niet.

Slide 11 - Question ouverte

De __________ (verliezen) wedstrijd tegen België was echt een afgang voor Oranje.

Slide 12 - Question ouverte

__________ (Gaan) naar je slaapkamer!

Slide 13 - Question ouverte

De __________ (opzetten) tent staat scheef.

Slide 14 - Question ouverte

Florence ________ (betalen) altijd de rekeningen voor hem. (tt)

Slide 15 - Question ouverte

Philip __________ (schudden) altijd de ene na de andere leugen uit zijn mouw. (tt)

Slide 16 - Question ouverte

Vorige week vrijdag heeft de gymleraar ons weer eens __________ (matsen).

Slide 17 - Question ouverte

Tijdens de les __________ (worden) de leraar super boos. (tt)

Slide 18 - Question ouverte

Ik ______(spelden) mijn broche op. (tt)

Slide 19 - Question ouverte

Wie ______(worden) de nieuwe president? (tt)

Slide 20 - Question ouverte

______(raden) je moeder het goede antwoord? (tt)

Slide 21 - Question ouverte

Amir en Siem ______ (verraden) de locatie van het feestje. (vt)

Slide 22 - Question ouverte

De politie _____(pakken) de dief op. (tt)

Slide 23 - Question ouverte

De klas ______(verven) de muren van de school groen. (vt)

Slide 24 - Question ouverte

De meisjes _____(roepen) de jongens. (vt)

Slide 25 - Question ouverte

Kom je morgen bij mij _____(spelen).

Slide 26 - Question ouverte

De school ______ (verhuizen) naar een nieuwe locatie. (vt)

Slide 27 - Question ouverte

Ik _____ (laden) mijn telefoon elke avond op. (tt)

Slide 28 - Question ouverte

Vroeger _____(maken) de mensen alles zelf.

Slide 29 - Question ouverte

Je oma ______ (worden) morgen 90.

Slide 30 - Question ouverte

Hij is een hele aardige jongen ____ (worden).

Slide 31 - Question ouverte

Het ................ niet vaak dat de juf boos wordt. (gebeuren)

Slide 32 - Question ouverte