7.1 Het zonnestelsel

7.1 Het zonnestelsel
Hoofdstuk  7 NOVA
Het Heelal 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.1 Het zonnestelsel
Hoofdstuk  7 NOVA
Het Heelal 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
7.1.1 Je kunt kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt beschrijven wat een planeet is.
7.1.3 Je kunt uitleggen dat elke planeet zijn eigen omlooptijd heeft.
7.1.4 Je kunt uitleggen wat de astronomische eenheid is.
7.1.5 Je kunt beschrijven wat een dwergplaneet is.
7.1.6 Je kunt beschrijven wat een planetoïde is.
7.1.7 Je kunt beschrijven wat een maan is.

Slide 2 - Diapositive

De zon, de maan en de sterren zijn hemellichamen. Een hemellichaam is een voorwerp dat zweeft in het heelal en niet door mensen is gemaakt. Sommige hemellichamen kun je zien, bijvoorbeeld de sterren.

Slide 3 - Diapositive

De Zon

Slide 4 - Diapositive

Wat is de zon?
 De zon is geen schijf, maar een heel grote bol. De diameter van deze bol is ongeveer 1 400 000 km. Dat is ruim honderd keer groter dan de diameter van de aarde. 

Slide 5 - Diapositive

Hoe groot is de zon?
Als de zon een holle bal zou zijn, zouden er 1 miljoen planeet aarde in passen. 
De zon is 110 keer breder dan de aarde. Dus er passen 110 aardes in het diameter van de zon. 

De zon is ook heel ver weg. De afstand van de aarde tot de zon is ongeveer 150 miljoen kilometer. Dit zijn 3750 rondjes om de aarde. Met een vliegtuig zou je daar 17 jaar over doen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hoe warm is de zon?
De temperatuur binnen in de zon is heel erg hoog, wel 15 miljoen °C. De buitenkant van de zon heeft een temperatuur van ongeveer 5800 °C. Dat is zo heet dat wij op aarde de warmte van de zon kunnen voelen.

Slide 8 - Diapositive

Planeten
Behalve de aarde bewegen er nog zeven andere planeten rond de zon. Vijf daarvan zijn vanaf de aarde goed te zien. Ze hebben hun namen al in de oudheid gekregen: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Uranus en Neptunus zijn pas later ontdekt, in 1781 en in 1846.

Slide 9 - Diapositive

Planeten
Een planeet is een Bolvormig hemellichaam dat rond de zon (of een andere ster) beweegt.
De zon met de planeten, dwergplaneten en planetoïden die eromheen draaien vormen het zonnestelsel.
Jupiter
Saturnus
Ster

Slide 10 - Diapositive

De aarde is een van de planeten. Naast de aarde draaien nog zeven andere planeten in een baan rond de zon. In de afbeelding  zie je een model van het zonnestelsel.  Elke planeet draait op zijn eigen afstand rond de zon 

Slide 11 - Diapositive

Omlooptijd
Is de tijd die de aarde nodig heeft om één heel rondje om de zon te maken. Dit rondje die de aarde maakt is de baan van de aarde. 
De omlooptijd van de aarde is één jaar. 
Mercurius staat het dichtst bij de zon. De omlooptijd van Mercurius is daardoor kort: 88 dagen. Neptunus staat het verst bij de zon vandaan. De omlooptijd van Neptunus is heel lang. Eén rondje duurt wel 165 jaar. Zo heeft elke planeet zijn eigen omlooptijd 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De astronomische eenheid
Er bestaat een speciale eenheid voor afstanden in het zonnestelsel: de astronomische eenheid (AE). Dit is een handige eenheid om afstanden in het zonnestelsel snel met elkaar te vergelijken.
1 AE is gelijk aan de afstand tussen de aarde en de zon. Dus 1 AE = 150 miljoen km.
In tabel 1 is de afstand tot de zon van de acht planeten gegeven in km en in AE.

Slide 14 - Diapositive





De afstand tussen Saturnus  en de zon is 9,6 AE.
Hoeveel kilometer staat Saturnus van de zon?
Gegevens
afstand Saturnus-zon = 9,6 AE
1 AE = 150 000 000 km

Gevraagd
Hoeveel kilometer staat Saturnus van de zon?


Berekening
9,6 × 150 000 000 = 1 434 000 000 km
Saturnus staat op 1 434 000 000 km (= 1434 miljoen km) van de zon.

Slide 15 - Diapositive

Dwergplaneten en planetoïden
Rond de zon draaien niet alleen planeten, maar ook vijf dwergplaneten. Dwergplaneten hebben een mooie ronde vorm, maar zijn veel kleiner dan planeten. Net als planeten geven dwergplaneten zelf geen licht.

De bekendste dwergplaneet is Pluto, die in 1930 is ontdekt. Pluto staat nog verder weg van de zon dan Neptunus. Tot 2006 werd Pluto de negende planeet genoemd, maar wetenschappers vonden hem uiteindelijk te klein. Het is dus geen planeet, maar een dwergplaneet .

DWERG PLANETEN
   Ceres     Makemake   Pluto        Haumea         Eris

Slide 16 - Diapositive

Planetoïden
Rond de zon draaien ook miljarden planetoïden. Dit zijn kleine en grote rotsblokken met een onregelmatige vorm. De meeste van deze rotsblokken draaien in een baan tussen de planeten Mars en Jupiter. Dit is de zogeheten planetoïdengordel. 
 De afstand van deze gordel tot de zon is 2,1 tot 3,3 AE. De omlooptijd van de planetoïden in de gordel is 3 tot 8 jaar.

Slide 17 - Diapositive

Manen
Manen van mars: Phobos en Deimos
Manen van Jupiter: Calisto, Ganymedes, Europa en Io
Een maan is een hemellichaam dat rond een planeet draait. De aarde heeft één maan, deze maan draait rond de aarde. De omlooptijd van de maan is ongeveer een maand. Dus één rondje van de maan om de aarde duurt een maand. De maan is ongeveer 3,5 keer zo klein als de aarde. Er zijn ook planeten met heel veel manen.
Manen zijn heel verschillend van grootte. De grootste maan is Ganymedes. Deze draait in een baan rond Jupiter. Ganymedes is groter dan de planeet Mercurius. Er zijn ook manen die veel kleiner zijn. Bijvoorbeeld Phobos, een van de  manen die rond Mars draaien. Deze maan heeft de vorm van een aardappel. Hij is 27 km lang, 21 km breed en 19 km hoog.

Slide 18 - Diapositive

Aan het werk! NOVA!
Wat? 7.1  Het zonnestelsel - opdrachten 1 t/m 19.
Opdracht 17 en 18 maak je in je mapje. 
Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 19 - Diapositive