Adjectives and adverbs

Welcome!

Planning

• Uitleg adjectives and adverbs
• Vragen adjectives and adverbs
• Zelfstandig werken
• Blooket

Leerdoelen

• Na deze les weet je het verschil tussen een adjective en een adverb

Adjectives

• I have a red bike.
• Waar zegt red iets over?
• Adjective
• Iets of iemand beschrijven --> zelfstandig naamwoord

Adverbs

• He runs quickly.
• Waar zegt fast iets over?
• Adverb
• Beschrijven hoe je iets doet

Adverbs

• -ly achter een woord
  Voorbeeld: quick --> quickly
• Eindigt op -le --> dan verandert -le in -ly
  Voorbeeld: terrible --> terribly
• Eindigt op -y --> dan verandert -y in -ily
  Voorbeeld: angry --> angrily
• Sommige adverbs zijn onregelmatig: good--> well

Adverbs of frequency

• Woorden die aangeven hoe vaak iets gebeurt
• always, never, sometimes, usually, often
• Komen voor het werkwoord
  -I usually eat bread for lunch.
  -She never drinks chocolate milk.
  -We sometimes watch a movie together.
  -They often forget their books.

Adverbs en adjectives

• Bij de werkwoorden be, seem, feel, look, smell, sound en taste gebruik je een adjective
  -The sun feels hot.
  -It seems fun.
  -She is kind.
  -That smells good.
  -The baby looks cute.

Plickers

• Hou de letter die je denkt naar boven
• Hou je vingers niet voor de code

Zelf aan de slag

https://www.english-grammar.at/online_exercises/adjective_adverb/ad026-adverbs-adjectives.htm

https://www.english-grammar.at/online_exercises/adjective_adverb/adjective-adverb7.htm

https://www.english-grammar.at/online_exercises/adjective_adverb/adjective-adverb6.htm

https://www.english-grammar.at/online_exercises/adjective_adverb/ad014-a-narrow-escape.htm