Formuleren §3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Formuleren §3

Verwijzen met deze, die, dit, dat

Planning

• Voorkennis ophalen
• Nieuwe theorie: verwijzen met deze, die, dit, dat
• Samen oefenen
• Opdrachten maken

Eerst even herhalen...

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Een woord dat aangeeft van welk materiaal iets gemaakt is.
2. Een woord voor een mens, plant, dier, ding gevoel.
3. Een woord dat een relatie tussen woorden aangeeft
4. Een woord dat een eigenschap aangeeft.

'De' is een ...

1. onbepaald lidwoord
2. bepaald lidwoord

Voor een zelfstandig naamwoord kun je altijd een lidwoord zetten.

Zelfstandige naamwoorden

de tafel

de stoel

de computer

de bloem

de kat

het boek

het raam

het bureau

het kind

het huis

Wat is hier het verschil (de-woorden en het-woorden)

Woordgeslacht

De-woord	de liefde, de tuin	mannelijk of vrouwelijk
Het-woord	het paard, het boek	onzijdig

Let op!

Verkleinwoorden zijn altijd onzijdig:

Het meisje, het boekje, het kuikentje

Zelfstandig naamwoord	Verwijswoord
Mannelijk / vrouwelijk (de)	deze, die
Onzijdig (het)	dit, dat

m/v

Jouw radio is prima, maar deze doet het niet meer.

Daar komt een discotheek, die in mei wordt geopend.

o

Het tarief dat u voor internet betaalt, wordt verlaagd. 

Dit vond ik echt een heel leuk boek!

Zelfstandig naamwoord	Verwijswoord
Mannelijk / vrouwelijk (de)	deze, die
Onzijdig (het)	dit, dat
Meervoud	deze, die

Meervoud

Jij zocht toch oude tekeningen? Bedoel je deze?

Van de boeren die protesteerden, zijn er tien beboet.

Schrijf in je schrift!

Verwijzen naar een zelfstandig naamwoord:

Verwijzen naar een groter deel van de zin:

Dat, dit.

Ik lees elke week een boek, want dat vind ik leuk!

Mannelijk / vrouwelijk (de)	deze, die
Onzijdig (het)	dit, dat
Meervoud	deze, die

Schrijf onder de tabel in je schrift:

Naar een groter deel van de zin verwijs je met dat of dit.

Oefenen

1. Rob kocht de kano, die hij op internet had gezien. 

2. Wat een mooi bureau. Dit wilde ik graag hebben.

Naar welk woord verwijst het verwijswoord?

Vul in: die, deze, dit of dat:
Amref Flying Doctors is een organisatie ... werkt aan gezondheidszorg in Afrika.

Vul in: die, deze, dit of dat:
Die man werkt op het ministerie ... over de Nederlandse belastingen gaat.

Vul in: die, deze, dit of dat?
Ons bedrijf maakt veel winst, ... deels geïnvesteerd wordt in nieuwe apparatuur.

Vul in: die, deze, dit of dat:
Lisette en Max gaan ieder jaar naar Italië en ... vinden ze nog steeds leuk.

Aan de slag!

Doe dit samen met je buurman/vrouw:
Verzin vier zinnen met de verwijswoorden die, deze, dit, dat.

Jullie gebruiken in elke zin dus een ander verwijswoord.
Het verwijswoord moet verwijzen naar andere woorden binnen de zin.

Hierna bespreken we de zinnen klassikaal. Een duo noemt een zin die zij verzonnen hebben. De andere leerlingen vertellen naar welk woord het verwijswoord verwijst en of het verwijswoord juist is gebruikt. 

Gebruiken als leerlingen niet uit zichzelf de zinnen willen opnoemen.

Aan het eind van de les weer gebruiken om controlevragen te stellen, om te kijken of zij de stof begrepen hebben.

- Wanneer verwijs je met die en deze?
- Hoe herken je een onzijdig woord?
- Wanneer verwijs je met dit en dat?
- Waarom is het fout als ik zeg 'het meisje die een boek koopt?

Aan het eind van de les gebruiken om controlevragen te stellen, om te kijken of zij de stof begrepen hebben.

- Wanneer verwijs je met die en deze?
- Hoe herken je een onzijdig woord?
- Wanneer verwijs je met dit en dat?
- Waarom is het fout als ik zeg 'het meisje die een boek koopt?

Huiswerk voor
maandag 5 februari

Formuleren §3, blz 235

Opdracht 3 en 5

Dit huiswerk bespreken we volgende week klassikaal.