Pizza Verdi

1 / 16
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 6 diapositives
nt2 nt1 alfa rekenen ict moSecundair onderwijs

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

6

Slide 1 - Vidéo

01:19
Wie is de man?
Wat doet de man?
Wat gaat er gebeuren?

Slide 2 - Diapositive

01:54
Wat doet de man?
Van wie is de jas, het horloge en het geld?
Wie is de man? Denk je nog hetzelfde?
Wat gaat er gebeuren?

Slide 3 - Diapositive

05:16
Wat is er gebeurd? Klopt het met wat je dacht?
Wie is de vrouw? 
Wat is het beroep van de vrouw? Waarom denk je dat?
Wat zal er gebeuren?

Slide 4 - Diapositive

05:39
Wie denk je nu dat de man is?
Wie denk je nu dat de vrouw is?

Slide 5 - Diapositive

06:25
Wie is de vrouw?

Slide 6 - Diapositive

07:01
Had je bij de start van de film andere gedachten?

Waarom ben je van gedacht veranderd?

Slide 7 - Diapositive

Wie is de professor?
Waarom denk je dat?

Slide 8 - Diapositive

Welke persoon houdt van winkelen?
Waarom denk je dat?

Slide 9 - Diapositive

Wat zie je op deze foto?
Wat denk je van de vrouw?

Slide 10 - Diapositive

Waarnemen 

  • Wat zie je?
  • Wat hoor je?
  • Wat ruik je?
  • Wat proef je?
                  
                   FEITEN
               
Voorbeeld film:
De man draagt een pizza




Interpreteren


  • Wat denk ik?
  • Wat vind ik?


                  MENING
               
Voorbeeld film:
De man is pizza bezorger

Slide 11 - Diapositive

Luister
Waarnemen
Interpreteren
Wat zie je?
Feiten
Wat hoor je?
Wat denk je?
Meningen
Wat vind je?

Slide 12 - Question de remorquage

Feit
Mening
De man is zwart
De vrouw zingt mooi.
De man is rijk.
De deur is open.
De man is vriendelijk.
De man woont in een stad.
De man neemt een mes.
De man draagt een pet.
De film is goed.

Slide 13 - Question de remorquage

Welk feit past bij deze foto?
A
Hij vindt de pizza lekker.
B
De man eet met mes en vork.
C
Hij eet proper.
D
De man eet pizza.

Slide 14 - Quiz

Welke mening past bij deze foto?
A
De man weent.
B
De man is mooi.
C
De man is verdrietig.
D
De man heeft een oorbel.

Slide 15 - Quiz


Schrijf 2 zinnen bij deze foto:

1 feit en 1 mening.

Slide 16 - Question ouverte