S5L4-VRIJDAG29SEPTEMBER

S5L4-VRIJDAG 29SEPTEMBER
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecondary Education

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

S5L4-VRIJDAG 29SEPTEMBER

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

__________ IS DIE JONGEN? DAT IS MIJN BROER
A
WIE
B
WAT
C
WAAR
D
WAAROM

Slide 4 - Quiz

WEET JIJ _________ HIJ WOONT? JA, IN EL CAMPELLO
A
WIE
B
WAT
C
WAAR
D
WAAROM

Slide 5 - Quiz

IN ___________- JAAR BEN JIJ GEBOREN? IN 1978.
A
WIE
B
WAT
C
WELK
D
WAAR

Slide 6 - Quiz

__________________ BEGINT DE LUNCHPAUZE? OM 13U50.
A
WIE
B
WAT
C
WAAR
D
WANNER

Slide 7 - Quiz

_____________ IS DIE MAN DIE DOOR DE GANG LOOPT? DAT IS DE NIEUWE LERAAR WISKUNDE.
A
WIE
B
WAT
C
WAAR
D
WANNEER

Slide 8 - Quiz

______________ IS JOUW LIEVELINGSVAK? WISKUNDE
A
WIE
B
WAT
C
WELK
D
WANNER

Slide 9 - Quiz

__________________ KOST EEN NIEUWE IPHONE?
A
HOE
B
HOEVEEL
C
HOE LANG
D
WAAROM

Slide 10 - Quiz

__________________ KINDEREN HEB JIJ? TWEE, EEN ZOON EN EEN DOCHTER.
A
WELKE
B
WAT
C
HOEVEEL
D
HOE

Slide 11 - Quiz

RONDE TWEE: SLEEP ZE!

Slide 12 - Diapositive

GROEN
Op 30 oktober
15 jaar
om 19u
naar Italië
WELKE KLEUR IS JOUW LIEVELINGSKLEUR?
WAAR GA JIJ NAARTOE OP VAKANTIE?
om HOE LAAT SPREKEN WE AF?
HOE OUD BEN JIJ?
WANNEER BEGINT DE VAKANTIE?

Slide 13 - Question de remorquage

DERDE RONDE: VUL IN!

Slide 14 - Diapositive

MET _____________ HEB JIJ VANAVOND AFGESPROKEN? MET MIJN BESTE VRIENDIN

Slide 15 - Question ouverte

__________________ KLEUR HEEFT JOUW AUTO?

Slide 16 - Question ouverte

_________________ GAAT HET MET JOU? GOED!

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

KIJK GOED NAAR HAAR 
OGEN EN HAREN!

Slide 20 - Diapositive

ADELE HEEFT
A
LANGE BLONDE HAREN EN BLAUWE OGEN
B
KORTE ZWARTE HAREN EN BLAUWE OGEN
C
LANGE BRUINE HAREN EN GROENE OGEN
D
LANGE BLONDE HAREN EN GROENE OGEN

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

DEZE VROUW HEEFT
A
KORTE BLONDE KRULLEN
B
LANGE ZWARTE KRULLEN
C
LANGE RODE KRULLEN
D
KORTE RODE KRULLEN

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

DEZE VROUW HEEFT
A
KORTE RODE HAREN EN BLAUWE OGEN
B
KORTE ZWARTE HAREN EN RODE OGEN
C
LANGE BLAUWE HAREN EN RODE OGEN
D
KORTE GROENE HAREN EN BLAUWE OGEN

Slide 25 - Quiz

BRIL 
SNOR
BAARD

Slide 26 - Diapositive

DEZE MAN HEEFT
A
LANGE HAREN, EEN BAARD EN EEN SNOR
B
EEN BRIL, GEEN BAARD EN EEN SNOR
C
EEN BRIL, EEN BAARD MAAR GEEN SNOR
D
EEN BRIL, EEN BAARD EN EEN SNOR

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

DEZE MAN HEEFT
A
EEN DIKKE NEUS EN EEN BAARD
B
EEN SNOR EN EEN BAARD
C
EEN SNOR MAAR GEEN BAARD
D
KORTE HAREN EN EEN BAARD

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

DEZE MAN
A
HEEFT LANGE HAREN
B
HEEFT GEEN BAARD EN GEEN SNOR
C
IS KAAL EN HEEFT GEEN BAARD
D
HEEFT GEEN SNOR MAAR EEN BAARD

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

HIJ WAS
A
ACTEUR
B
ZANGER
C
VOETBALLER
D
POLITICUS (PRESIDENT)

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

HIJ IS
A
TENNISSER
B
BASKETTER
C
VOETBALLER
D
ACTEUR

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

ZIJ IS
A
ACTRICE
B
ZANGERES
C
ATLETE
D
POLITICA

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

HIJ IS
A
ACTEUR
B
VOETBALLER
C
KOK
D
LERAAR WISKUNDE

Slide 40 - Quiz

WE SPELEN EEN SPEL
WIE BEN IK?

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

WAT WAS ER GEBEURD?
WAT GAAT ER NOG GEBEUREN, DENK JE?

Slide 44 - Diapositive