24-01-25 - H1A: §11 - bijwoordelijke bepaling (bwb)

Nederlands
H1A
24 - 01- 2025
§11 - bijwoordelijke bepaling (bwb)
&
Presentaties 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
H1A
24 - 01- 2025
§11 - bijwoordelijke bepaling (bwb)
&
Presentaties 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Je gaat nu: 
  • Maak een groepje met de persoon naast je en de twee mensen voor óf achter je (groepje van 4) 
  • Iedereen krijgt twee minuten om iets te presenteren/ zeggen over het boek dat je leest
  • geef het daarna een waardeoordeel 
timer
7:00

Slide 4 - Diapositive

Vandaag
> Presentaties: Noah, Ravael, Roos, Seppe, Sienna, Tijn
>§11 - bijwoordelijke bepaling (bwb)
 Lesdoel: 
> Aan het einde van de les kun je de bwb in een zin vinden 

Slide 5 - Diapositive

Presentaties: Noah, Ravael, Roos, Seppe, Sienna, Tijn


 


Slide 6 - Diapositive

HW voor vandaag was...
  • maak van het stencil mv: oefening 22 en 23 
oef 22: alleen mv onderstrepen/ benoemen
 oef 23: zin overschrijven, helemaal ontleden en zinsdelen benoemen 
  • Maken: zinnen van het stencil lv (vorige week gekregen)
- helemaal ontleden (dus niet alleen het lv!) 
- schrijf de zinnen over
- ontleed de zinnen op volgorde (pv, ow, wg, lv, mv, bwb)
- benoem de zinsdelen
   





Slide 7 - Diapositive

Planning tot aan PPW 2
  • 07-01: §1 PV & zinsdelen herhalen
  • 07-01: §3 Onderwerp (ow)
  • 10-01 of 13/01: §5 werkwoordelijk gezegde (wg)
  • 14/01 of 17/01: §7 Lijdend voorwerp (lv)
  • 20/01 of 21/01: §9 Meewerkend  voorwerp (mv)
  • 21/01 of 24/01: §11 Bijwoordelijke bepaling (bwb)
  • week 5: PWW 2: PW 

Slide 8 - Diapositive

De bijwoordelijke bepaling (bwb)
  • Doe het boek open op de juiste pag.: 224
  • Maak aantekeningen 

Slide 9 - Diapositive

 Werkwoordelijk gezegde
  • De bijwoordelijke bepaling is een zinsdeel.
  • De bijwoordelijke bepaling = het zinsdeel dat een plaats (op zolder), tijd (vroeger), reden (vanwege de staking) aangeeft 
  • De bijwoordelijke bepaling = geeft vaak antwoord op vragen die beginnen met de vraagwoorden = waar, wanneer, waarom, waarheen, hoe, etc.  
  • De bijwoordelijke bepaling = de vraagwoorden horen ook bij de bwb
  • In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan.   
  • De bijwoordelijke bepaling = zinsdelen in de zin die antwoord geven op de vragen waar, wanneer, waarom, waarheen, hoe, etc. 
  • Anna/ gaf / Jan/ gisteren / een banaan.        > Wanneer gaf Anna Jan een banaan? = gisteren is bwb
       ow     pv     mv     bwb                 lv
                 wg     
Let op: soms is een bwb géén antwoord op een duidelijke vraag. Bijv. bij de woorden niet, misschien toch, hopelijk.  Toch noem je die óók als bwb.

De bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 10 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je een bijwoordelijke bepaling.

Slide 12 - Diapositive

Juist of onjuist?

Vraagwoorden waarmee je bijwoordelijke bepalingen zoekt, zijn ook bijwoordelijke bepaling.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Juist of onjuist?

Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom loopt die stoet straks door de stad?

Slide 15 - Question ouverte

Op welke vraag geeft het bijwoordelijke bepaling geen antwoord?
A
Waar?
B
Waarom?
C
Wanneer?
D
Wat?

Slide 16 - Quiz

Zoek de bijwoordelijke bepaling...

Vorige week heeft onze roostermaker het ongelooflijke rooster online gezet.
A
vorige week
B
vorige week, het ongelooflijke rooster
C
vorige week, online
D
Vorige week, onze roostermaker

Slide 17 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarover gaat die film morgenavond in de stadsschouwburg?

Slide 18 - Question ouverte

Op welke vraag geeft het bijwoordelijke bepaling geen antwoord?



A
Aan wie?
B
Hoe?
C
Waarom?
D
Wanneer?

Slide 19 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom gaf het Ministerie alle reizigers naar Bangkok vanochtend een negatief reisadvies?

Slide 20 - Question ouverte

Zelfstandig aan de slag
Maken: opdracht 2 en opdracht 3
pag. 224, 225 
Klaar? > mag je ze zelf nakijken 

Slide 21 - Diapositive