Oefenen begrippen

Welk begrip past bij de omschrijving:
Wind vanaf zee.
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welk begrip past bij de omschrijving:
Wind vanaf zee.

Slide 1 - Question ouverte

Het kantoren-, winkel- en uitgaansgebied van een stad.

Slide 2 - Question ouverte

Grensgebied tussen twee luchtsoorten.

Slide 3 - Question ouverte

Het punt in een land waarvan ten oosten en ten westen, en ten noorden en ten zuiden evenveel mensen wonen.

Slide 4 - Question ouverte

Iemand die een land binnenkomt om er te gaan wonen.

Slide 5 - Question ouverte


Economische migrant die vanwege zijn kennis naar een ander land gaat.

Slide 6 - Question ouverte


Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.

Slide 7 - Question ouverte

Bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.

Slide 8 - Question ouverte

Zeer krachtige wervelwind. Heet ook twister, wervelwind of windhoos.

Slide 9 - Question ouverte

Iemand die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of meningsuiting vlucht uit zijn land.

Slide 10 - Question ouverte

Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.

Slide 11 - Question ouverte

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort.

Slide 12 - Question ouverte

Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.

Slide 13 - Question ouverte

Veeteelt met weinig vee per hectare.

Slide 14 - Question ouverte


De windkant van een gebergte met veel neerslag.

Slide 15 - Question ouverte


Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.

Slide 16 - Question ouverte


Samenleving van mensen uit verschillende culturen.

Slide 17 - Question ouverte


Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.

Slide 18 - Question ouverte


Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.

Slide 19 - Question ouverte