Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Begrippentest H1
De Verenigde Staten in beeld
Slide 1 - Diapositive
Welk begrip wordt steeds bedoeld?
OF
Geef de juiste omschrijving van het begrip.
Slide 2 - Diapositive
Wat is aanlandige wind?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is aflandige wind?
Slide 4 - Question ouverte
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
A
lijzijde
B
loefzijde
C
regenschaduw
Slide 5 - Quiz
De belangrijkste stad van een agglomeratie.
A
re-urbanisatie
B
egde city
C
centrale stad
D
urban sprawl
Slide 6 - Quiz
Wat is agglomeratie?
Slide 7 - Question ouverte
hoog gebergte
hoog vlakte
jong gebergte
oud gebergte
laag vlakte
Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.
Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud.
Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.
Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Slide 8 - Question de remorquage
CBD
Centrale stad
Suburb
Slide 9 - Question de remorquage
Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.
A
arbeidsmigrant
B
kennismigrant
C
seizoensarbeider
D
vluchteling
Slide 10 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Robotarmen zetten hier aan de lopende band elkaar auto's in elkaar. Welk begrip past hier bij?
Slide 11 - Question ouverte
Verhuizen naar een ander land.
A
binnenlandse migratie
B
buitenlandse migratie
C
immigrant
D
selectieve migratie
Slide 12 - Quiz
Wat is breedteligging?
Slide 13 - Question ouverte
Het punt in een land waarvan ten oosten en ten westen, en ten noorden en ten zuiden evenveel mensen wonen. Welk begrip is dit?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is een dienstensector?
Slide 15 - Question ouverte
Veeteelt met weinig vee per hectare. Welk begrip is dit?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is footloose?
Slide 17 - Question ouverte
Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort
A
orkaan
B
tyfoon
C
cycloon
D
hurricane
Slide 18 - Quiz
Grensgebied tussen twee luchtsoorten. Welk begrip is dit?
Slide 19 - Question ouverte
Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden. Welk begrip is dit?
Slide 20 - Question ouverte
Industrie die gebaseerd is op hoogstaande technische kennis. Welk begrip is dit?
Slide 21 - Question ouverte
Een hogedrukgebied is....
A
Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe luchten en zon.
B
Gebied met een tekort aan lucht waar lucht naartoe stroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag.
C
een luchtsoort
D
kleinste kamertje in huis
Slide 22 - Quiz
kennisintensief is..
Slide 23 - Question ouverte
land klimaat
Middellandse Zeeklimaat
steppe klimaat
woestijn klimaat
zee klimaat
Klimaat met in de koudste maand een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan –3 °C en in de warmste maand hoger dan +10 °C.
Droog klimaat met 250 tot 500 mm neerslag per jaar.
Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.
Droog klimaat met minder dan 250 mm neerslag per jaar.
Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur (’s zomers koeler, ’s winters zachter) en het hele jaar neerslag.
Slide 24 - Question de remorquage
Grote hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid. Welk begrip is dit?
Slide 25 - Question ouverte
Maatschappelijke segregatie is...
Slide 26 - Question ouverte
Mate waarin een gebied geschikt is om er te leven.
A
multiculturele samenleving
B
migrantenwijk
C
ruimtelijke segregatie
D
leefbaarheid
Slide 27 - Quiz
Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterftes.
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei
C
vestigingsoverschot
D
vertrekoverschot
Slide 28 - Quiz
Een niet-westerse migratieachtergrond
Slide 29 - Question ouverte
Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.
A
pushfactor
B
pullfactor
C
afstotingsfactor
D
aantrekkingsfactor
Slide 30 - Quiz
Schaal om de windkracht van orkanen aan te geven.
A
schaal van Saffir-Simpson
B
schaal van Beaufort
C
systeem van Köppen
D
schaal van Richter
Slide 31 - Quiz
Iemand die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of meningsuiting vlucht uit zijn land.
A
arbeidsmigrant
B
selectieve migratie
C
vluchteling
D
westerse migratieachtergrond
Slide 32 - Quiz
Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.
A
vestigingsoverschot
B
vertrekoverschot
Slide 33 - Quiz
regenschaduw
re-urbanisatie
stedelijke vernieuwing
stuwingsregen
suburbanisatie
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.
Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.
Het vernieuwen van woonwijken in de stad zodat de leefbaarheid sterk verbetert.